
David in de bus naar Jember
Deel 1, Uit het leven: klik hier
Deel 2, Uit het leven: klik hier
Deel 3, Uit het leven: klik hier
Deel 4, Uit het leven: klik hier
Deel 4 besloot ik met de opmerking, dat ik David uit zou nodigen om een reis naar zijn desa Paleran voor te bereiden.
Ik liet David met een taxi ophalen.
Na hem thuis eerst van een bungkus (pakje eten) te hebben voorzien, zei ik hem, dat ik met hem naar zijn desa wilde gaan om te kijken, wat met de woning gedaan kon worden. Hij vond dit een goed idee, maar voorzag allerlei problemen wat betreft de reis naar de desa en ons verblijf daar.
Gelukkig heb ik veel reiservaring, dus ik zag helemaal geen problemen.
We zouden met de bus naar Jember-stad gaan, en daar zouden we overnachten in een hotel van Booking.com. In de regio van desa Paleran zijn geen hotels, alleen basic overnachtingsmogelijkheden. We zouden ongeveer een week op Java blijven; mocht, indien nodig, ook langer. Met een taxi zouden we elke dag ’s ochtends naar de desa kunnen rijden, en aan het einde van de middag / avond weer terug naar ons hotel in Jember-stad. Desa Paleran is ongeveer een uur rijden van Jember-stad.
Voordat we vertrokken, wilde ik, dat David nieuwe batik-overhemden of mooie T-shirts kocht. Hij zag er erg armoedig uit.
Zo waren mijn ideeen omtrent de reis naar de desa.
Op een maandagochtend vertrokken we naar de desa. Een taxi bracht ons ’s ochtends om 6 uur naar de bus-terminal bij Denpasar. En rond 7 uur vertrokken we naar Jember. Overdag reden alleen eenvoudige bussen, die van ons had gelukkig AC. De betere bussen rijden heel vaak ’s nachts; indonesiers reizen graag in de nacht, omdat het dan koeler is.
Na een reis van 12 uur (de afstand is plm 275 km) kwamen we eind van de middag aan in Jember-stad, bij de Terminal; een taxi bracht ons naar hotel Sulawesi.
David had nog nooit in een hotel geslapen (waarvandaan het geld daarvoor ?) en was duidelijk erg malu (verlegen) in het hotel.
De volgende dag gingen we na het ontbijt per taxi naar desa Paleran, bijna een uur rijden van ons hotel in Jember-stad. We zijn een week gebleven op Java. Elke ochtend per taxi naar de desa, en elke avond met de taxi weer naar het hotel in Jember-stad.
Desa Paleran ligt in een enorm groot agrarisch gebied. Het is er heet. Buitenlanders komen er niet. Ik was dan ook een bezienswaardigheid. Kleine kinderen liepen huilend weg, wanneer ze mij zagen.
Ik ben door de buurtbewoners buitengewoon vriendelijk ontvangen. Ik moest bij alle buren langs, praatje maken, wat drinken en een snackje eten. Ook bij de plaatselijke imam ben ik langs geweest.
Het doel van mijn reis naar de desa was het bekijken van de ouderlijke woning van David. Uitgebreid heb ik deze woning bekeken; deze was geheel vervallen en niet meer te renoveren. Bouw-tukangen zeiden, dat de woning moest worden afgebroken en opnieuw worden opgebouwd. Het bouwen van een nieuwe woning op de fundamenten zou al gauw 120 miljoen rupiah kosten, een fors bedrag. David wilde 10 miljoen rupiah lenen van mij, maar met zo een bedrag begin je niets. Ik wist nu, waar ik aan toe was.
Omdat de ouderlijke woning onbewoonbaar was, heeft men zijn intrek genomen in een eveneens bouwvallig onderkomen tegenover de ouderlijke woning (zie foto hieronder). Vrijwel geen daglicht kon binnenkomen, en overal stonden emmers en pannen vanwege daklekkages.
Ik prijs mij gelukkig, dat ik bahasa Indonesia spreek, er is niemand in de desa, die engels spreekt. Eind van de middag liet ik vis ophalen, om die begin van de avond te roosteren voor de buurt. Ik wandelde met David door de desa, en door de sawah’s.
David in wit T-shirt met achter hem zijn oudere zus tijdens het roosteren van de vis

Na een week gingen we weer terug naar Ubud. Ik wist, wat ik wilde weten. Wederom een zeer lange en vermoeiende reis.
De week in de desa is niet in mijn koude kleren gaan zitten. Ik nam mij voor een paar dagen uit te rusten.
Hoe is het David vergaan?
Allereerst stapte hij met mij een voor hem geheel onbekende wereld binnen: overnachten in hotels, eten in restaurants, taxi’s gebruiken, in goede winkels boodschappen doen, etc. Hij was vaak in hoge mate malu (verlegen).
Vervolgens merkte ik op, dat hij vaak mijn nabijheid zocht, zoals naast mij zitten.
De gesprekken, die ik met hem had, kregen wat hem betreft steeds meer het karakter van vader-zoon gesprekken. Maar ik ervoer David ook steeds meer als zoon; ik heb al 2 zonen, dus ik weet hoe een vader-zoon verhouding voelt.
Ik had ondertussen al met David besproken, dat hij niet meer in Ubud in de bouw zou gaan werken. Hij ging al niet vaak meer naar zijn werk (de bouw), maar was graag bij mij.
Ik had liever, dat hij mij met de tuin en het huishouden wat bijstond; ik was de jongste immers niet meer. Dat hij niet zo’n “oudere blanke man” zocht (U begrijpt wel, wat ik bedoel), maakte het voor mij makkelijk om hem in mijn huis op te nemen.
Ik had een grote extra kamer in mijn huis, daar kon hij zijn thuis van maken. Ik zou hem wekelijks zakgeld geven. David stemde hier helemaal mee in.
David sprak mij inmiddels niet meer aan met “mister” of “pa”, maar duidelijk als “pappa”. De komende tijd moet uitwijzen, of David en ik als vader en zoon verder kunnen leven.
Bali en Java zijn welhaast 2 verschillende landen. Wat mij het meest opviel was het verschil in huizenbouw, en de invloed van het toerisme.
Individuele huizen voor een gezin zijn de norm op Java. Elk huis heeft aan de voorkant een terras, waar men’s avonds zit. De huizen zijn niet ommuurd; als er al een muurtje is, dan kun je er vrijwel altijd overheen kijken; vaak zijn de muurtjes ook open.
Bali kent traditioneel geen individuele huizen, maar “family compounds”. Daar wonen meerdere generaties bijeen, in vastgestelde delen van de compound. De compound is omringd door een hoge muur, waar je niet overheen kunt kijken. ’S avonds op je terras zitten en naar de voorbijgaande mensen kijken, is er niet bij.
Verder viel op Java op de totale afwezigheid van toerisme; geen luxe winkeltjes, geen op toeristen gerichte warungen, geen voortdurende geroep van mannen langs de kant van de weg “taxi, taxi, you want transport”? Op Bali is vrijwel overal iets te merken van het toerisme.
In desa Paleran en regio zijn geen blanken; en niemand spreekt er engels. Ik heb de javanen ervaren als authentiek en zeer vriendelijk. Geen ‘gemaakt gedrag” in verband met toeristen.
Ik kom later nog terug op het verschil tussen Bali en Java, wat betreft het wonen.
Tegenover de vervallen ouderlijke woning was deze woning; ingang: deur rechts, bij de brommer. Geen ramen en veel daklekkages.

——————-
Hieronder: vervallen huis van David



