Ibu Kopi in Ubud
13 Jaar geleden woonde ik op Bali, in Nyuh Kuning in Ubud (achter het apenbos). Ik zat elke avond bij het voetbalveld in Ubud op mijn vaste plek (het “stoepje” genoemd), met meestal een nederlandse kennis; wij bespraken de dag en haalden herinneringen op.
Op een avond verscheen er bij het stoepje een groep jongens van ongeveer 8 personen. Naar later bleek, waren het jongens uit de desa Paleran op oost Java, de desa, waar ik nu woon. Elke avond, dat ik op het stoepje zat, kwamen ook deze jongens langs. Zij konden goedkoop een “bungkus” eten kopen van een javaanse dame, die met haar mand met etenswaren door het centrum trok; deze dame werd “Ibu kopi” genoemd. Deze dame had ook een thermosfles heet water bij zich, en oploskoffie en plastic bekertjes, zodat ik een kopje koffie kon drinken. De rekening voor alles betaalde ik dan, niet meer dan 2 euro.
De groep javaanse jongens en ik kwamen na een paar avonden bij het stoepje in gesprek met elkaar; ze wilden weten, waar ik vandaan kwam, ik wilde weten, wat deze jongens uit Java op Bali deden etc. We hadden veel aan elkaar te vertellen.
Het was sommige balinesen ondertussen opgevallen, dat ik contact had met de javaanse jongens, en ik werd gewaarschuwd (“er kunnen terroristen bij zijn”). De balinesen waren er niet blij mee, dat ik contact had met die javanen.
De jongens waren 18-20 jaar oud en hadden een maand geleden hun middelbare school-diploma (SMA) gehaald. De ouders van deze jongens hadden het niet breed, dus zochten zij werk om bij te dragen voor de ouders. De meeste jongens konden werk krijgen in de bouw.
In Ubud sliepen zij in een “Ruko” (rumah kos); op kamers feitelijk, zeer basic, met alleen een harde matras op de grond, en een gezamenlijke badkamer.
Alle jongemannen waren ongetrouwd; dat betekent, dat zij een grote mate van vrijheid hebben om hun leven in te vullen. Zij hebben nog geen verplichtingen, zoals de getrouwde javanen, die wel verplichtingen hebben. Die verplichtingen bestaan uit onder meer geld verdienen voor het gezin, selamatans bijwonen bij gelegenheid van een overlijden of huwelijk en “gotong royong” (vrijwilligerswerk op afroep in de desa).
Meerdere van deze jongens heb ik meegemaakt als “vrijgezel” en als “getrouwd”. Het verschil is groot; bij de getrouwden is duidelijk te merken, dat zij met de ernst van het leven te maken hebben. Met de vrijgezellen ’s avonds uitgaan in Jember is geen probleem, met de getrouwden kan dat niet. De vrijgezellen hoeven niet bij een selamatan aanwezig te zijn, van de getrouwden wordt dit wel verwacht.
Door de groep javaanse jongens heb ik de Islam van dichtbij kunnen meemaken. Ik had in het verleden al veel over de Islam gelezen, maar ik had nog geen “ervaring” met de Islam in het dagelijks leven. Al snel werd mij duidelijk het verschil tussen de Islam in Indonesie en de Islam in het Midden Oosten.
Deel 2 volgt over een week
Het “stoepje” in het centrum van Ubud, waar ik elke avond zat