July en augustus 2022 was de Dalai Lama op bezoek in Ladakh in Noord India. Ladakhi’s zijn een voornamelijk boeddhistisch, West-Tibetaans volk. In Ladakh domineert de Tibetaanse cultuur het leven en de inheemse taal, het Ladakhi, behoort tot de West-Tibetaanse talen. De islam is de belangrijkste minderheidsreligie.
De Ladakhi en de boeddhisten leven vreedzaam met elkaar.
De Dalai Lama heeft vele bezoeken gebracht aan moskeeen in Ladakh. Hij werd door de moslims met het grootste eerbetoon ontvangen. In moskeeen, waar hij zou spreken, was een troon neergezet, waarop de Dalai Lama kon zitten. Moslims en moslima’s waren duidelijk onder de indruk van de Dalai Lama.
Waar niet-moslims het in het Midden Oosten moeilijk hebben, zijn de moslims en de boeddhisten in Ladakh broeders en zusters. Deze tolerantie doet sterk denken aan de tolerantie wat betreft de vele geloofsgemeenschappen in Indonesie, waarvan de moslims veruit de grootste groep vormen.
——————————————-
Oost Java Info “Y-tube”: link Oost Java Info “Instagram”: link
——————————————-
In het midden generaal Margono (leger) en generaal Prabowo (politie).
Kerstnacht en Eerste Kerstdag zijn in heel Indonesie rustig en goed verlopen. Er zijn geen meldingen van incidenten.
Vele gouverneurs en bupati’s hebben kerkdiensten bezocht en zich vantevoren op de hoogte gesteld van de veiligheidsmaatregelen.
President Jokowi heeft een dienst in de kathedraal van Bogor bezocht.
De opperbevelhebber van het leger, generaal Margono en het hoofd van de indonesische politie, generaal Prabowo hebben de kathedraal van Jakarta bezocht.
President Jokowi bij de kerst-viering in Bogor
——————————————-
Oost Java Info “Y-tube”: link Oost Java Info “Instagram”: link
——————————————-
Gouverneur Pranowo temidden van moslims en christenen, prachtige foto !
Op de foto hierboven in het midden staat Gouverneur Ganjar Pranowo; hij (moslim) is gouverneur van de provincie midden Java. Tevens is hij kandidaat bij de presidentsverkiezingen in 2024. De gouverneur was op werkbezoek bij een aantal christelijke gemeenschappen in Semarang.
Op de foto hieronder houdt de gouverneur van de provincie oost Java, mevr. Parawansa, een toespraak in een kerk in Surabaya.
Indonesie is nog steeds een tolerant land. De top van het landsbestuur, president, parlement, hoofd van het leger en hoofd van de politie, zijn de tolerantie sterk toegedaan.
Er zijn inderdaad wel eens (forse) incidenten van extreme groepen, die sympatien hebben met ISIS. Maar politie is steeds op zoek naar extremisten. Het zijn de extreme imam’s, die in het geheim bezig zijn met bv. ISIS, of die extreme predikaties houden. Dit soort figuren is onkruid, dat uitgeroeid moet worden.
In het dagelijks leven is Indonesie, zoals gezegd, een tolerant land. Regelmatig verschijnen er artikelen in nederlandse kranten, waarin wordt gezegd, dat Indonesie aan het radikaliseren is. Jammer, dat dit soort onzinning geleuter straffeloos gepubliceerd mag worden.
In Indonesie leven moslims, christenen, hindu’s en boeddhisten in harmonie met elkaar.
Dat kan van Nederland niet gezegd worden, waar onder meer moslims veel kritiek krijgen op wat dan ook. Maar iedereen, die niet denkt en handelt zoals nederlanders, wordt niet geaccepteerd. Ik heb het zelf ervaren, toen ik een paar jaar geleden in Nederland was. Mijn songkok (zwarte hoofddeksel) heb ik niet op gehad, het bezoeken van mensen heb ik na enige tijd gestaakt, omdat ik niet bij ieder bezoek mij wilde verantwoorden, waarom ik moslim ben en dat ik geen terrorist ben en daar ook helemaal geen begrip voor heb.
Tolerantie is in Nederlanders heel ver te zoeken.
Het is heerlijk te wonen in een land, dat blij is dat ik moslim ben, een land waar de kerken op zondag vol zijn, een land, waar hindu’s dagelijks hun offers kunnen brengen, een land, waar het elite-politiekorps Densus 88 frequent mogelijke terroristen oppakt, een land, waar het spuien van negativiteit over religies is verboden. Bekende indonesische BN-ers zijn veroordeeld wegens negatieve uitlatingen omtrent een godsdienst.
Vandaag is het Idul Adha, het Offerfeest.
Het Offerfeest of het Grote Feest, Id al-Adha, is het tweede eid-feest in de islam. Het wordt gevierd ter nagedachtenis aan de profeet Ibrahim (Abraham), die bereid was zijn zoon te offeren voor God. De Koran noemt echter geen naam van de zoon bij de beschrijving van dit verhaal in Soera De in de Rangen Behorenden. De meeste moslims nemen aan dat het zou gaan om zijn zoon Ismaïl, terwijl in de Bijbel Isaak genoemd wordt als de zoon die geofferd moest worden. Toen Ibrahim zijn zoon ter ere van God met een mes wilde doden, sneed het mes niet. Daarop klonk de stem van God en die stuurde vervolgens de engel Djibriel (Gabriël) naar profeet Ibrahim die zei dat een ram de plaats van de zoon mocht innemen.
Op deze dag worden door moslims dieren die volgens dhabiha geslacht zijn gegeten. Het vlees wordt door hen gegeten en verdeeld onder armen, buren en familieleden.
Voor sommige mensen is het gebruikelijk geworden om niet zelf een dier te (laten) slachten, maar om een geldsom over te maken naar een stichting die het vlees geeft aan mensen in arme landen die het echt nodig hebben. Deze praktijk komt steeds meer voor.
Gisterenavond na het avondgebed van 18.00 uur in mijn desa liepen honderden kinderen met fakkels door de desa, achter een auto met een geluidsinstallatie. De video hieronder is van deze fakkeloptocht, maar ik kon geen beter beeld krijgen.
In mijn desa ging men om 06.00 uur naar de moskee. Vandaag geldt als een vrije en familie dag.
een betere video lukte niet, vanwege de duisternis
Het is nu zondag 1 mei, 14.30 uur in de middag. Om 18.00 uur is er het avondgebed Maghrib, en dan is de Ramadan voorbij. Op 2 mei, morgen dus, is het Idul Fitri, maar volgens de tijdrekening hier begint de dag op de avond van tevoren. Daarom is het al Idul Fitri vanavond na het avondgebed van 18.00 uur.
Het was vanochtend erg druk op de pasar; een vrolijke sfeer heerste er.
Ook nu, overdag, is het druk in de desa, de laatste boodschappen worden gedaan, en bezoekers komen van verre.
Overal langs de kant van de weg kan men zakjes gevuld met bloemen kopen. Eind van de middag worden de graven van de voorouders bezocht en wordt er daar gebeden. Met de bloemen worden de graven bestrooid.
Bloemen voor de graven
—————————-
Foto’s van de pasar in mijn desa, gemaakt vanochtend
Inmiddels is het “Mudik” in heel Indonesie volop aan de gang. Naar schatting 80 miljoen mensen zijn onderweg. Ik ken geen ander voorbeeld van zo een massale volksverhuizing dan in Indonesie.
De foto’s en video’s spreken voor zichzelf.
Voor 4-baans snelwegen geldt voor een paar dagen 1-richtingsverkeer
Maandag 2 mei aanstaande is het Idul Fitri, Lebaran, het Suikerfeest. Dus nog ruim een week vasten.
Het “Mudik” (naar huis gaan, dwz. naar de geboorte / familie desa) begint langzamerhand op gang te komen. Op TV wordt steeds meer aandacht geschonken aan alles, wat met Mudik te maken heeft, zoals speciale voorzieningen voor treinreizigers, reportages ter plekke waar Mudik-gangers worden geinterviewd, knelpunten voor auto-reizigers, hoe de motor veilig te gebruiken, stand van zaken wat betreft corona en meer. Maar ook recepten en voedsel-onderwerpen komen aan de orde.
Volgens het Ministerie van Verkeer zullen dit jaar met Mudik ongeveer 75 miljoen mensen onderweg zijn; de meesten op Java. De top-drukte wordt verwacht op 28, 29 en 30 april.
De meeste Mudik-gangers zijn onderweg met de auto. Treinen, schepen en vliegtuigen zullen allemaal volgeboekt zijn.
Vele grote steden en ondernemingen stellen bussen beschikbaar, waarmee gratis gereisd kan worden; het gaat om honderden, zo geen duizenden bussen over heel Java, die beschikbaar zijn.
Bij vele 4-baans snelwegen geldt gedurende de dagen voor Lebaran in beide richtingen 1-richtings-verkeer, om de stroom verkeer goed aan te kunnen.
Ook op de pasar in mijn desa is van alles aanwezig. De prijzen zijn nog aan de redelijke kant, maar in de loop van volgende week zullen die zeker gaan stijgen. Het is er nu al drukker dan gewoonlijk. Veel desa-bewoners verwachten familie en vrienden thuis. De eerste Mudik-gangers zijn al aangekomen in de desa.
Het wordt een bijzondere Lebaran dit jaar, omdat de afgelopen 2 jaar er vanwege corona geen Mudik en dus geen Lebaran was toegestaan; dus geen bezoek aan huis.
De foto’s zijn van de pasar in mijn desa van vandaag
Op de pasar in mijn desa zijn erg veel verschillende soorten groenten te koop; tevens is er volop kip te koop. Ook kruiden worden veel verkocht, zoals pepertjes, djahe, sereh, ui, knoflook, koenjit, ketoembar, gula java en meer.
De prijzen varieren per dag en zijn afhankelijk van aanbod en oogst. Zo varieert de prijs van kip tussen de rp 33.000 per kilo en rp 44.000. Ook de pepertjes (cili) kunnen erg in prijs verschillen.
Met Lebaran binnenkort (2 mei) zullen de prijzen op de pasar zoals elk jaar weer sterk gaan stijgen. Kip kan dan wel rp 50.000 – 55.000 per kilo kosten. De prijs van pepertjes kan ook sterk stijgen; maar zonder sambal geen eten. De prijs van eieren kan verdubbelen.
Inmiddels heeft de regering aangekondigd, dat de prijs van benzine zal stijgen. Deze prijsstijging heeft te maken met de ontwikkelingen op de wereldmarkt. Nog niet is duidelijk, wanneer deze verhoging ingaat.
Enige tijd geleden is de prijs van “minyak goreng” (frituur-olie) verdubbeld, van rp 12.000 per liter naar rp 24.000. Er is nog wel (op sommige dagen) gesubsidieerde minyak te krijgen (rp 13.000 per liter), maar daarvoor staan de mensen erg lang in de rij en op=op.
De prijsverhoging van frituur-olie heeft onder meer te maken met wanbeheer aan de top. Regelmatig zijn er op TV demonstraties te zien van boze vrouwen bij regeringskantoren. Ze worden te woord gestaan en er wordt uitleg gegeven, maar aan de prijzen verandert niets.
Traditie-getrouw worden met het oog op het Suikerfeest ook de huizen opgeknapt, en worden nieuwe kleren gekocht, om er patent bij te lopen tijdens het Suikerfeest. Ook dit brengt weer extra kosten met zich mee.
Al met al is Lebaran een dure aangelegenheid voor de desa-bewoners.
Ik wens iedereen een gezegende vastenmaand Ramadhan !
Vanavond (zaterdag 2 april) begint na het avondgebed rond 18.00 uur de vastenmaand de Ramadhan.
De afgelopen dagen zijn de graven van de voorouders bezocht; ze zijn schoongemaakt en voorzien van strooi-bloemen.
Het vasten is algemeen. Niet gevast wordt door oude mensen, zwangere vrouwen, zieken, reizenden en kinderen tot plm 11 jaar.
Het vasten wordt serieus genomen. De meeste warungen zijn gesloten en het is moeilijk om overdag aan een maaltijd te komen. In ziekenhuizen krijgen de patienten echter gewoon te eten.
Zij, die niet kunnen of willen vasten, kunnen de armsten financieel steunen.
Dit jaar is Mudik (Pulang Kampung) weer toegestaan door de regering. Mudik is de massale trek van burgers naar hun geboortedorp om daar gezamenlijk met familie het Suikerfeest te vieren. Vele miljoenen mensen zijn dan onderweg.
Met het oog op Lebaran (het Suikerfeest) worden vele huizen opgeknapt.
De afgelopen 2 jaar was er geen Mudik vanwege corona. Geen prettig Suikerfeest en een hard gelag voor de moslims.
Regelmatig is er discussie in Nederland over de hoofddoeken bij moslima’s. Opmerkingen van ene E. Meiland hielden dagenlang de gemoederen bezig, en ook was er onder meer discussie omtrent het dragen van hoofddoeken door BOA’s in Utrecht. Ook anderszins houden de hoofddoeken de gemoederen van de nederlanders regelmatig bezig.
Kort samengevat vinden velen in Nederland de hoofdoeken vrouw-onvriendelijk; men denkt, dat de vrouwen “onder” de man staan. Een dynamische, actieve vrouw draagt geen hoofddoek, zo hoor en lees ik vaak; een vrouw met hoofddoek maakt een onderdanige indruk.
Vanwege de negatieve houding van velen jegens de hoofddoek, zal ik regelmatig terugkomen op de hoofddoek.
Ik zal hier geen theologische verhandeling houden over het dragen van de hoofddoeken; dat is ingewikkeld en er bestaan verschillende meningen hierover bij de theologen.
Van belang lijkt mij, hoe de “gewone” moslima’s in Indonesie met de hoofddoeken omgaan. Ik zal mij beperken tot mijn desa en regio, omdat er per regio verschillen kunnen zijn wat betreft het dragen van de hoofddoek.
In mijn regio draagt meer dan de helft van de moslima’s een hoofddoek als men het huis verlaat; is men thuis, dan gaat bij velen de hoofddoek af, echter niet bij iedereen. Tijdens islamitische feestdagen dragen de meeste moslima’s wel een hoofddoek.
Hoe de moslima tot het besluit komt een hoofddoek te dragen, valt niet op te maken. Alom wordt gezegd, dat het de keuze is van de moslima. In hoeverre een echtgenoot of familie bij deze keuze een rol speelt, weet ik niet, wordt mij niet duidelijk; de desa-bewoners zijn in het geheel niet gewend aan dit soort vragen.
Moslima’s, die een hoofddoek dragen, vindt men in alle lagen van de bevolking. De gouverneur van de provincie Oost Java draagt een hoofddoek, alsmede mevr. Rismaharini, minister van Sociale Zaken. Ook veel vrouwelijke bupati’s (districts-bestuurders) dragen een hoofddoek.
Veel van deze vrouwen kunnen uitstekend hun zegje doen; mevr. Rismaharini is bekend vanwege haar woede-aanvallen jegens ambtenaren, die hun werk niet serieus nemen.
Ook bij het leger en de politie vindt men moslima’s met een uniform en een hoofddoek tot in de hoogste kringen; hetzelfde geldt voor artsen/specialisten en rechters.
De hoofddoeken worden gewoon tijdens het werk gedragen; dit is een volstrekt normale gang van zaken.
Bij “customer-service-centra” van veel bedrijven werken veel (jonge) vrouwen; met en zonder hoofddoek.
In het dagelijks leven is de omgang met moslima’s (en javanen in het algemeen) vriendelijk en ontspannen. Ik maak praatjes met moslima’s in de winkel, op de pasar, als we ergens op de bus wachten. Ik merk niets van enige onderdanigheid of schroom.
De moslima’s doen mee met sporten, spelen in muziek-bands of doen aan vechtsporten. Kortom: moslima’s in Indonesie doen volop mee in alle sectoren van het leven; van enige onderdanigheid is geen sprake.
Bij een begroeting geeft men een moslima over het algemeen de hand. Er zijn echter vrouwen, die bij een begroeting de voorkeur geven aan de “sembah”, de handen gevouwen voor de borst/hoofd; de sembah is in Thailand bij uitstek de groet voor mannen en vrouwen. Het geven van een hand is niet universeel; vele culturen hebben een andere begroeting.
De nikab, waarbij de vrouw in het zwart gekleed is, en het hoofd geheel bedekt heeft, ziet men zelden in mijn regio. Ook in de stad Jember ziet men de nikab zelden.
De hoofddoek kan op veel manieren worden gedragen; oudere moslima’s dragen de hoofddoek meestal traditioneel, maar veel jonge vrouwen maken er iets moois van.
Negatieve uitingen omtrent de hoofddoek op bv. de sociale media zijn verboden. Negatieve uitingen doen omtrent welke godsdienst dan ook in Indonesie zijn verboden. Regelmatig worden celebrities opgepakt vanwege negatieve uitingen omtrent een godsdienst in Indonesie.
Enorme drukte vroeger op de wegen tijdens de dagen voor het Suikerfeest.
Op zaterdag 2 april 2022 begint de jaarlijkse vastenmaand, Ramadhan.
Lebaran (Idul Fitri, het Suikerfeest) is op 2 en 3 mei 2022.
Dat de Ramadhan aanstaande is, is te zien in de winkels: er worden volop dadels verkocht, en er zijn vele geschenkverpakkingen met koekjes en versnaperingen.
Het is op dit moment niet duidelijk, hoe de Ramadhan en Lebaran dit jaar zullen gaan verlopen in verband met corona. Het is afwachten, wat de regering zal beslissen. In februari heeft corona enorm gepiekt, de trend is nu weer dalende. Al 2 jaar (2020 en 2021) is het reizen voor Lebaran aan strenge regels gebonden, waardoor weinig mensen naar hun geboorte-desa konden reizen. Met als gevolg geen feestelijke Lebaran, want bijna geen bezoek.
Gewoonlijk begint halverwege de Ramadhan in Indonesie de jaarlijkse volksverhuizing langzaam op gang te komen: miljoenen mensen reizen naar hun geboorte-desa om met familie het Suikerfeest te vieren. Vooral de dagen voor het Suikerfeest is het extreem druk. Het Suikerfeest is het grootste feest voor de moslims in Indonesie. Overal een drukte van belang.
Althans zo was het tot 3 jaar geleden.
Lebaran 2020 en 2021 was het bij mij thuis zeer rustig; slechts een enkele keer aanloop. Wel hebben wij wat buurtgenoten (kort) bezocht.
Ik laat nu mijn huis aan de buitenkant mooi in de verf zetten, want je weet maar nooit.
Gasten ontvangen tijdens het Suikerfeest, zo ging het vroeger
Viering van het Suikerfeest door moslims en christenen in Jember
Nog steeds geldt er op Java tolerantie tussen de verschillende godsdiensten, die op Java zijn, zoals moslims, christenen en hindu’s. Tolerantie is een van de 5 pijlers van de indonesische staatsfilosofie, de Pancasila.
Er zijn islamitische extremistische groeperingen op Java, die regelmatig van zich laten horen. De regering van Indonesie maakt zich hier zorgen om, zij is een sterk voorstander van tolerantie. In de nederlandse pers worden worden de incidenten door deze groepen breed uitgemeten; Indonesie zou steeds extremistischer worden. Journalisten, die hierover berichten zijn echter niet begaan met Indonesie, maar publiceren alleen om aandacht te krijgen en om carriere te maken.
Tolerantie heeft een lange geschiedenis op Java. Vanaf het begin van de jaartelling tot halverwege de 16e eeuw (plm 1550) was Java grotendeels hindoeistisch / boeddhistisch. Daarna werd Java in rap tempo islamitisch.
Het eerste grote hindoeistische koninkrijk op Java was het koninkrijk Tarumanagara (350-670). Er was plaats voor de aanhangers van o.m. de natuurgodsdiensten.
Het koninkrijk Mataram-Medang (9e – 11e eeuw) was een groot hindoeistisch / boeddhistisch koninkrijk. Dit koninkrijk stond bekend om de grote mate van tolerantie tussen de verschillende godsdiensten binnen het rijk.
Het koninkrijk Majapahit (13e eeuw – 1550) besloeg bijna heel Java. Het was een hindoeistisch / boeddhistisch koninkrijk, waar tolerantie van groot belang was; tot op vandaag leeft dit koninkrijk voort in de javaanse cultuur en gebruiken.
Het sociaal-culturele leven van de Majapahit-bevolking werd gekleurd door religieuze zaken. Religie in Majapahit had een complexe functie, waaronder het bevorderen van een gevoel van tolerantie onder de burgers. Bovendien gaf het koninkrijk ook gelijke erkenning en kansen aan religieuze leiders om in de regering te zitten.
De tempel is ook een vorm van religieuze tolerantie in Majapahit. De tempel heeft twee of meer religieuze kenmerken, die getuigen van sociale integratie en tolerantie op religieus gebied. De tempel was niet alleen voor hindoe-boeddhisten, maar ook voor moslims. Want in het Hayam Wuruk-tijdperk waren er al mensen, die de islam omarmden.
De traditionele javaanse huwelijksceremonien stammen uit de tijd van Majapahit. Ook aan de hoven van de sultans op Java zijn nog vele gebruiken uit de tijd van Majapahit.
Kejawen, ook genoemd Kebatinan, Agama Jawa en Kepercayaan is een Javaanse religieuze traditie, bestaand uit een samensmelting van animistische, boeddhistische en islamitische geloven en praktijken. Het is geworteld in de geschiedenis en het geloof van de Javaanse bevolking, aspecten van verschillende religies versmeltend.
In de 16e eeuw kwam de Islam naar Java en verdwenen de hindoeistisch/boeddhistische koninkrijken op Java, maar in het oosten van Java bleef het koninkrijk Blambangan tot de 18e eeuw bestaan. De eerste islamitische staat op Java was het sultanaat Demak. Zeer bekend is het sultanaat Mataram (gesticht 1587), dat in 1755 werd gesplitst door de nederlanders in het sultanaat Surakarta en het sultanaat Yogyakarta.
De Wali Songo zijn de negen legendarische predikers die in de 16e eeuw de islam op Java verbreidden.
De Wali Songo worden op Java vereerd op een wijze, die niet strookt met de orthodoxe islam zoals die op het Arabisch schiereiland wordt beleden. In de bedevaarten en feesten ter ere van de Wali Songo zijn veel oudere Javaanse animistische, boeddhistische en hindoeïstische trekken te vinden.
De Wali Songo hebben niet gebroken met de oude tradities op Java; zo bleef onder meer de Wayang (het poppenspel) bestaan.
In de jaren 20 en 30 van de 20ste eeuw, werd het historische Majapahit-rijk door nationalisten als voorbeeld gebruikt voor een nieuw Indonesië. Zij hadden een modern Indonesië voor ogen waarin, net als ooit in het Majapahit-rijk, alle volkeren van de archipel onder één regering verenigd zouden zijn.
Aldus de zeer lange traditie van tolerantie in Indonesie. Java is dan wel overwegend islamitisch, maar op de achtergrond speelt het hindoeisme / boeddhisme nog een grote rol, vooral wat betreft tolarantie, het vredig samenleven en elkaar respecteren. Dit ondanks extremistische groeperingen.
Oost Java, de provincie waar ik woon, was het centrum van Majapahit. Als ik javanen ontvang of bezoek, breng ik, als het even kan, het onderwerp “tolerantie” ter sprake. Altijd is het antwoord, dat men met elkaar moet samenleven en elkaar respecteren; maakt niet uit, welke godsdienst men heeft. Nimmer heb ik een onvertogen woord gehoord over niet-moslims.
Het ministerie van Religieuze Zaken heeft een verordening uitgevaardigd die moskeeën in het overwegend islamitische Indonesie oproept om het volume van hun luidsprekers te verminderen.
Minstens vijf keer per dag worden gebedsoproepen gedaan, maar daarnaast zijn er ook oproepen voor religieuze preken of bijeenkomsten.
Minister van Religieuze Zaken Yaqut Cholil Qumas zei dinsdag, dat de verordening bedoeld is om “orde en harmonie tussen gemeenschappen te bevorderen” in dit diverse land.
Het ministerieel besluit werd op 18 februari ondertekend en moet een richtlijn worden voor het gebruik van luidsprekers in moskeeën in het hele land, zei Yaqut in een verklaring.
Het beperkt het geluidsniveau van externe luidsprekers tot 100 decibel.
Tijdens het ochtendgebed kunnen externe luidsprekers gedurende 10 minuten worden gebruikt voor een recitatie uit de Koran en de oproep tot gebed. Tijdens vier andere moslimgebedstijden – ’s middags, ’s middags, ’s avonds en ’s avonds – is het gebruik van externe luidsprekers beperkt tot 5 minuten.
Bij andere religieuze activiteiten, zoals het houden van een preek of gebeden, mogen alleen interne luidspeakers worden gebruikt, staat in het decreet.
De limiet van 10 minuten voor het gebruik van externe luidspeakers geldt ook voor de wekelijkse vrijdag gebedsdiensten.
Het decreet krijgt steun van de twee grootste moslimorganisaties van het land, Muhammadiyah en Nahdlatul Ulama.
“Zelfs voordat het ministerieel besluit werd uitgevaardigd, hadden alle moskeeën, die door Muhammadiyah worden beheerd, het [geluidslimiet]-beleid geïmplementeerd. Luidspeakers van moskeeën kunnen geluidsoverlast veroorzaken voor de omringende gemeenschap, die gewoon wat rust wil – niet alleen mensen van verschillende religies, maar ook moslims zelf”, vertelde Abdul Mu’ti, de secretaris-generaal van de groep, aan Beritasatu, de zusterpublicatie van Jakarta Globe.
Nahdlatul Ulama Vice-voorzitter Amin Said Husni prees het decreet als een “goed en noodzakelijk” besluit.
Opmerking van de schrijver van dit blog:
Veel is goed geregeld in Indonesie. Er bestaan zelfs verkeersvoorschriften voor weggebruikers (auto’s, vrachtwagens en meer). Je zou het niet zeggen, maar het is zo.
Goede regelgeving is niet het probleem in Indonesie.
Wel een probleem is de handhaving en controle op de naleving van voorschriften. Daar gaat vaak veel mis: geen of te weinig controle, functionarissen die het niet zo nauw nemen, en politie die vaak veel niet ziet.
De nieuwe regelgeving voor geluidsoverlast door moskeeen is prima; we moeten afwachten, of die regelgeving het gaat redden in de praktijk.
In mijn desa is vooralsnog niets te merken van de nieuwe regelgeving.