Eigentijdse hoofddoek
Regelmatig is er discussie in Nederland over de hoofddoeken bij moslima’s. Opmerkingen van ene E. Meiland hielden dagenlang de gemoederen bezig, en ook was er onder meer discussie omtrent het dragen van hoofddoeken door BOA’s in Utrecht. Ook anderszins houden de hoofddoeken de gemoederen van de nederlanders regelmatig bezig.
Kort samengevat vinden velen in Nederland de hoofdoeken vrouw-onvriendelijk; men denkt, dat de vrouwen “onder” de man staan. Een dynamische, actieve vrouw draagt geen hoofddoek, zo hoor en lees ik vaak; een vrouw met hoofddoek maakt een onderdanige indruk.
Vanwege de negatieve houding van velen jegens de hoofddoek, zal ik regelmatig terugkomen op de hoofddoek.
Ik zal hier geen theologische verhandeling houden over het dragen van de hoofddoeken; dat is ingewikkeld en er bestaan verschillende meningen hierover bij de theologen.
Van belang lijkt mij, hoe de “gewone” moslima’s in Indonesie met de hoofddoeken omgaan. Ik zal mij beperken tot mijn desa en regio, omdat er per regio verschillen kunnen zijn wat betreft het dragen van de hoofddoek.
In mijn regio draagt meer dan de helft van de moslima’s een hoofddoek als men het huis verlaat; is men thuis, dan gaat bij velen de hoofddoek af, echter niet bij iedereen. Tijdens islamitische feestdagen dragen de meeste moslima’s wel een hoofddoek.
Hoe de moslima tot het besluit komt een hoofddoek te dragen, valt niet op te maken. Alom wordt gezegd, dat het de keuze is van de moslima. In hoeverre een echtgenoot of familie bij deze keuze een rol speelt, weet ik niet, wordt mij niet duidelijk; de desa-bewoners zijn in het geheel niet gewend aan dit soort vragen.
Moslima’s, die een hoofddoek dragen, vindt men in alle lagen van de bevolking. De gouverneur van de provincie Oost Java draagt een hoofddoek, alsmede mevr. Rismaharini, minister van Sociale Zaken. Ook veel vrouwelijke bupati’s (districts-bestuurders) dragen een hoofddoek.
Veel van deze vrouwen kunnen uitstekend hun zegje doen; mevr. Rismaharini is bekend vanwege haar woede-aanvallen jegens ambtenaren, die hun werk niet serieus nemen.
Ook bij het leger en de politie vindt men moslima’s met een uniform en een hoofddoek tot in de hoogste kringen; hetzelfde geldt voor artsen/specialisten en rechters.
De hoofddoeken worden gewoon tijdens het werk gedragen; dit is een volstrekt normale gang van zaken.
Bij “customer-service-centra” van veel bedrijven werken veel (jonge) vrouwen; met en zonder hoofddoek.
In het dagelijks leven is de omgang met moslima’s (en javanen in het algemeen) vriendelijk en ontspannen. Ik maak praatjes met moslima’s in de winkel, op de pasar, als we ergens op de bus wachten. Ik merk niets van enige onderdanigheid of schroom.
De moslima’s doen mee met sporten, spelen in muziek-bands of doen aan vechtsporten. Kortom: moslima’s in Indonesie doen volop mee in alle sectoren van het leven; van enige onderdanigheid is geen sprake.
Bij een begroeting geeft men een moslima over het algemeen de hand. Er zijn echter vrouwen, die bij een begroeting de voorkeur geven aan de “sembah”, de handen gevouwen voor de borst/hoofd; de sembah is in Thailand bij uitstek de groet voor mannen en vrouwen. Het geven van een hand is niet universeel; vele culturen hebben een andere begroeting.
De nikab, waarbij de vrouw in het zwart gekleed is, en het hoofd geheel bedekt heeft, ziet men zelden in mijn regio. Ook in de stad Jember ziet men de nikab zelden.
De hoofddoek kan op veel manieren worden gedragen; oudere moslima’s dragen de hoofddoek meestal traditioneel, maar veel jonge vrouwen maken er iets moois van.
Negatieve uitingen omtrent de hoofddoek op bv. de sociale media zijn verboden. Negatieve uitingen doen omtrent welke godsdienst dan ook in Indonesie zijn verboden. Regelmatig worden celebrities opgepakt vanwege negatieve uitingen omtrent een godsdienst in Indonesie.
Eigentijdse hoofddoek
———————
Een traditionele hoofddoek
———————
De sembah als begroeting