
Een ouderwetse telefoon-centrale
Eind 50-er jaren van de vorige eeuw (ik woonde met mijn ouders in Utrecht) kregen wij telefoon thuis, zo’n hangtoestel aan de muur in de gang. Het was bijna een heilig voorwerp; aanraken, zelfs ernaar kijken was geheel uit den boze en het ontbrak er nog maar aan, dat het ding op een altaar stond. Bellen met duitsland ging via de operator en het kon een tijd duren voordat er verbinding was. Er waren toen niet veel mensen, die een telefoon thuis hadden.
De telefoongesprekken werden tot stand gebracht via de telefooncentrale, waar telefonistes zeer druk in de weer waren met het verplaatsen van vele stekkertjes in een groot scherm met heel veel gaatjes. Een combinatie van stekkertjes en bepaalde gaten leverde een verbinding op.
In die tijd waren er ook nog geen supermarkten; je kocht koffie per ons (of minder) bij de kruidenier (in een puntzak). Kassa’s waren prachtige apparaten met een slinger en een bel.
Het was ook de tijd, dat tijdens voetbalwedstrijden 1 of hooguit 2 agenten rondom het speelveld wandelden met de handen op de rug.
Koffie-zet apparaten waren er nog niet. Het NS-station Meppel was beroemd om de koffie, die aangeboden werd door koffieverkopers, die langs de treinen liepen met een wagentje of een dienblad.
Indonesie was toen voor mij een ver-van-mijn-bed show; niemand van mijn familie had contacten met Indonesie; ik had er nauwelijks van gehoord. In de laatste klas van de lagere school kwam ik te zitten vlakbij 2 jongens, die afkomstig waren van de Molukken; dit was mijn eerste contact met Indonesie, een onbereikbaar ver land. Een vakantie naar Frankrijk was toen al heel wat en alleen voor hen, die geld hadden.
Jakarta toen en nu. Op de linkerfoto duidelijk te zien, dat Jakarta nog een kampong-stad was.
In 1979 was ik voor de eerste keer in Indonesie. In Jakarta stonden slechts een paar grote gebouwen (o.m. Hotel Indonesia, Dep. Store Sarinah, President Hotel). Jakarta was een verzameling kampongs, er waren geen wegen met viaducten of fly-overs; file’s bestonden niet. Het vliegveld (Halim Perdana Kusuma) sloot in de loop van de avond. Het huidige vliegveld Soekarno-Hatta werd pas in gebruik gesteld in 1985. De vlucht van Amsterdam naar Jakarta kon wel 24 uur duren, er moest 2x onderweg gestopt worden om bij te tanken. Bali was nog een rustig oord, met een beperkt aantal toeristen. Iin Kuta was nog geen hoogbouw, maar er waren talloze kleine bungalowtjes (bv. Poppies Gang).
Internet en mobiel bellen was er nog niet. Het versturen van telegrammen gebeurde veel. De alom betrouwbare Blue Bird taxi’s waren er toen al wel. Bali was nog geen toeristen-bestemming. Geld pinnen “uit de muur” was er niet, je moest Traveller-cheques meenemen en die bij een bank omwisselen in valuta.
Op een dag wilde ik bellen met nederland. Ik moest daarvoor in de ochtend naar het grote postkantoor; het nummer, dat ik wilde bellen in nederland, werd genoteerd en mij werd gezegd, dat ik eind van de middag weer terug moest komen. Toen ik weer in het postkantoor was, moest ik na een tijd wachten naar een telefooncel; op een gegeven moment werd gezegd, dat ik de hoorn kon opnemen, en toen hoorde ik: “this is singapore”, “this is delhi”, “this is frankfurt”, dit is amsterdam”, “dit is groningen, U kunt nu spreken”. Ook hier een echte telefooncentrale met telefonistes, die zeer druk in de weer waren met stekkertjes in een groot scherm met gaatjes.
Overal in ìndonesie waren toen de “wartels” (warung telpon), waar je kon bellen en gebeld worden. Na 1990 kwamen de eerste mobieltjes; je kon er alleen mee bellen en berichten versturen. Pas na 2005 kwamen langzamerhand de i-phones.
Digitale foto’s maken was er niet bij tijdens het verblijf in Indonesie; digitaal foto’s maken bestond nog niet. Je had film-rolletjes voor je toestel, en als het filmpje vol was, kon je in een foto-toko de filmrolletjes laten ontwikkelen; dat duurde eerst wel een week, later waren ze dezelfde dag klaar.
Brommers (motoren) waren er niet, je kon overal komen met de bemo (minibusjes). De bemo’s zijn er nu nog wel, maar alleen op grote wegen. Naar mijn desa en andere desa’s in mijn regio gaan geen bemo’s meer; vrijwel iedereen heeft nu een brommer. Wel zijn er steeds meer gemotoriseerde becak’s, die de plaats ingenomen hebben van de bemo’s. Met een gemotoriseerde bemo kun je bv. naar een desa 10 km verder.
In heel Zuid Oost Azie rijden ontelbaar veel motoren; het is het meest gebruikte vervoermiddel in Indonesie. Bijna iedereen koopt ze op krediet.
Voorloper van de supermarkt: de kruidenier

In 2006 was ik voor langere tijd in Indonesie. Jakarta was inmiddels een enorme wereldstad geworden, met erg veel hoge gebouwen, grote supermarkten, wegen met viaducten en fly-overs en vele, vele file’s. Het vliegveld Sukarno-Hatta was inmiddels een grote moderne luchthaven geworden. Het massa-toerisme naar Bali was op gang gekomen, maar nog niet met de huidige aantallen. Geld pinnen “uit de muur” was mogelijk.
Er waren al wel mobieltjes, (alleen bellen en sms-sen), maar bijna nog geen I-phones. Het bellen met nederland was nog steeds lastig. Het kon via een speciaal nummer op mijn mobiel, maar de verbinding was slecht. Na 2005 kwamen langzamerhand de i-phones.
Internet was er al wel, overal waren internetcafe’s, waarmee je het contact met het thuisfront kon onderhouden.
Nu, in 2019, is Jakarta een gigantische wereldstad met plm. 30 miljoen inwoners. Miljoenen buitenlanders gaan jaarlijks naar Bali; steeds meer zorgen in Bali over de balinese culuur, die aan alle kanten wordt bedreigd. Op Java worden veel 4-baans snelwegen in gebruik gesteld en op Sulawesi worden spoorwegen aangelegd.
Internet en i-phones zijn alom in gebruik in Indonesie. Sinds een paar jaar zijn er I-phones en allerlei apps, waaronder Whatsapp, waarmee je gratis kan bellen. De beeld- en geluidskwaliteit is zeer goed. En van deze apps (vooral Whatsapp en Line) wordt in Indonesie zeer veel gebruik gemaakt. De jongeren hebben bijna allemaal I-phones; laptops zie je heel weinig, want met de mobieltjes kun je bellen, bankzaken doen, mailen en meer. Een laptop is voor de meeste mensen niet nodig. De meesten kopen een i-phone op krediet.
De “wartels” en internetcafe’s zijn nu verleden tijd in Indonesie.
Mijn kleinzoon is nu 1 jaar en 2 maanden. Elke dag komt hij een paar keer op mijn kamer, en dan kijken we samen wat kinderfilmpjes. Als het filmpje hem niet bevalt, maakt hij dat terdege duidelijk. Inmiddels begint hij in de gaten te krijgen, dat je door met een vinger over het scherm te bewegen, een ander filmpje kunt zien. Het zal niet lang meer duren, of hij kan het mobiel zelf bedienen.
Kassa uit de goede oude tijd
