Viering van het Suikerfeest door moslims en christenen in Jember
Nog steeds geldt er op Java tolerantie tussen de verschillende godsdiensten, die op Java zijn, zoals moslims, christenen en hindu’s. Tolerantie is een van de 5 pijlers van de indonesische staatsfilosofie, de Pancasila.
Er zijn islamitische extremistische groeperingen op Java, die regelmatig van zich laten horen. De regering van Indonesie maakt zich hier zorgen om, zij is een sterk voorstander van tolerantie. In de nederlandse pers worden worden de incidenten door deze groepen breed uitgemeten; Indonesie zou steeds extremistischer worden. Journalisten, die hierover berichten zijn echter niet begaan met Indonesie, maar publiceren alleen om aandacht te krijgen en om carriere te maken.
Tolerantie heeft een lange geschiedenis op Java. Vanaf het begin van de jaartelling tot halverwege de 16e eeuw (plm 1550) was Java grotendeels hindoeistisch / boeddhistisch. Daarna werd Java in rap tempo islamitisch.
Het eerste grote hindoeistische koninkrijk op Java was het koninkrijk Tarumanagara (350-670). Er was plaats voor de aanhangers van o.m. de natuurgodsdiensten.
Het koninkrijk Mataram-Medang (9e – 11e eeuw) was een groot hindoeistisch / boeddhistisch koninkrijk. Dit koninkrijk stond bekend om de grote mate van tolerantie tussen de verschillende godsdiensten binnen het rijk.
Het koninkrijk Majapahit (13e eeuw – 1550) besloeg bijna heel Java. Het was een hindoeistisch / boeddhistisch koninkrijk, waar tolerantie van groot belang was; tot op vandaag leeft dit koninkrijk voort in de javaanse cultuur en gebruiken.
Het sociaal-culturele leven van de Majapahit-bevolking werd gekleurd door religieuze zaken. Religie in Majapahit had een complexe functie, waaronder het bevorderen van een gevoel van tolerantie onder de burgers. Bovendien gaf het koninkrijk ook gelijke erkenning en kansen aan religieuze leiders om in de regering te zitten.
De tempel is ook een vorm van religieuze tolerantie in Majapahit. De tempel heeft twee of meer religieuze kenmerken, die getuigen van sociale integratie en tolerantie op religieus gebied. De tempel was niet alleen voor hindoe-boeddhisten, maar ook voor moslims. Want in het Hayam Wuruk-tijdperk waren er al mensen, die de islam omarmden.
De traditionele javaanse huwelijksceremonien stammen uit de tijd van Majapahit. Ook aan de hoven van de sultans op Java zijn nog vele gebruiken uit de tijd van Majapahit.
Kejawen, ook genoemd Kebatinan, Agama Jawa en Kepercayaan is een Javaanse religieuze traditie, bestaand uit een samensmelting van animistische, boeddhistische en islamitische geloven en praktijken. Het is geworteld in de geschiedenis en het geloof van de Javaanse bevolking, aspecten van verschillende religies versmeltend.
In de 16e eeuw kwam de Islam naar Java en verdwenen de hindoeistisch/boeddhistische koninkrijken op Java, maar in het oosten van Java bleef het koninkrijk Blambangan tot de 18e eeuw bestaan. De eerste islamitische staat op Java was het sultanaat Demak. Zeer bekend is het sultanaat Mataram (gesticht 1587), dat in 1755 werd gesplitst door de nederlanders in het sultanaat Surakarta en het sultanaat Yogyakarta.
De Wali Songo zijn de negen legendarische predikers die in de 16e eeuw de islam op Java verbreidden.
De Wali Songo worden op Java vereerd op een wijze, die niet strookt met de orthodoxe islam zoals die op het Arabisch schiereiland wordt beleden. In de bedevaarten en feesten ter ere van de Wali Songo zijn veel oudere Javaanse animistische, boeddhistische en hindoeïstische trekken te vinden.
De Wali Songo hebben niet gebroken met de oude tradities op Java; zo bleef onder meer de Wayang (het poppenspel) bestaan.
In de jaren 20 en 30 van de 20ste eeuw, werd het historische Majapahit-rijk door nationalisten als voorbeeld gebruikt voor een nieuw Indonesië. Zij hadden een modern Indonesië voor ogen waarin, net als ooit in het Majapahit-rijk, alle volkeren van de archipel onder één regering verenigd zouden zijn.
Aldus de zeer lange traditie van tolerantie in Indonesie. Java is dan wel overwegend islamitisch, maar op de achtergrond speelt het hindoeisme / boeddhisme nog een grote rol, vooral wat betreft tolarantie, het vredig samenleven en elkaar respecteren. Dit ondanks extremistische groeperingen.
Oost Java, de provincie waar ik woon, was het centrum van Majapahit. Als ik javanen ontvang of bezoek, breng ik, als het even kan, het onderwerp “tolerantie” ter sprake. Altijd is het antwoord, dat men met elkaar moet samenleven en elkaar respecteren; maakt niet uit, welke godsdienst men heeft. Nimmer heb ik een onvertogen woord gehoord over niet-moslims.