Oma kan op het terras voor mijn huis zitten
In het huis naast mijn huis, woont de stokoude Oma, de oermoeder van mijn buurtje. Zij woont daar samen met haar dochter, 2 kinderen van haar dochter en haar kleinzoon.
Om meerdere redenen is Oma niet gelukkig met haar woonsituatie. Ze wil ergens anders wonen. Maar 2 van haar kinderen, die ook vlakbij mij wonen, hebben geen plaats (kamer) voor haar.
Met mijn zoon (haar kleinzoon dus) heeft zij altijd een goed contact gehad. Daarom heeft ze hem gevraagd, of ze in mijn huis kan wonen, dus samen met mijn zoon, diens vrouw en zoontje en ikzelf.
Nu hebben wij ook geen kamer over; maar achter mijn huis, aangebouwd, is een stenen schuur. Die kan worden omgebouwd tot een mooie kamer, zo vinden ik en mijn zoon. Oma zou erg blij zijn met deze oplossing.
Mijn zoon gaat nu op zoek naar tukangen, die de klus willen uitvoeren. Tot zolang moet Oma dan nog in haar oude kamer blijven.
Oma heeft geen inkomsten. AOW bestaat hier niet. Kost en inwoning komen dus voor onze rekening. Wel heeft Oma een stuk sawah. De 3-maandelijkse opbrengst van die sawah kan mijn zoon gebruiken voor de kosten van onder meer medische verzorging.
Voor de verbouwing van de schuur tot woonruimte is geen enkele (gemeentelijke) vergunning nodig. Het is ons huis, het staat op onze grond, dus wij kunnen gewoon onze gang gaan.