Intussen zijn de Paasdagen in Nederland bijna voorbij. In mijn desa was er van Pasen niets te merken, er zijn immers geen christenen in mijn desa.
Op Goede Vrijdag en Tweede Paasdagwaren de scholen in Indonesie gesloten; het zijn officiele feestdagen in Indonesie.
Inmiddels nadert de jaarlijkse vastenmaand (“Bulan puasa”), de Ramadhan. Deze begint op 15 mei en eindigt op 15 juni en dan is het Lebaran, het Suikerfeest. Hier en daar wordt er al gesproken over de komende vastenmaand en het aansluitende Suikerfeest. Vele mensen uit de desa, die elders in Indonesie wonen en werken, “pulang kampung” oftewel “mudik”, dwz. gaan naar hun geboortedesa en hun familie daar om het Suikerfeest te vieren. Dit is de tijd, dat het verkeer vooral op Java vast komt te zitten. Miljoenen mensen zijn onderweg; treinen, vliegtuigen en bussen zijn vol, en op de wegen zijn enorme files. Voor hen, die met de auto van Bali naar Java gaan met de ferry, is het uren wachten bij Gilimanuk; ikzelf heb jaren geleden 8 uur moeten wachten voordat ik met de auto op een boot kon.
Er wordt alom gevast in de vastenmaand. Heel veel warungen zijn overdag gesloten, en het is lastig om aan een maaltijd te komen. Na “Maghrib” (het avond-gebed na zonsondergang, om plm 17.30 uur) mag er weer gegeten en gedronken worden. Zij die niet hebben kunnen vasten, kunnen in plaats daarvan geld doneren aan de moskee.
Uitgezonderd van het vasten zijn oude mensen, zieken, zwangere vrouwen, vrouwen met baby’s en reizigers.
Ikzelf vast “half”; in de tropenhitte is geen water drinken overdag geen optie voor mij. En rond het middaguur eet ik een thee-schoteltje eenvoudig eten. Het tropisch klimaat is zeker geen makkelijk klimaat.