Berichten getagd met: arbeid

Werkplaats aan huis (2 april 2020)

Een twee-mansbedrijfje, waar betonnen kozijnen worden gemaakt

Wereldwijd beheert corona het dagelijks nieuws. Het leven in mijn desa gaat gewoon door, zij het op een lager pitje dan gewoonlijk. Corona leeft nu ook bij de desa-bewoners. Ik zal zo nu en dan weer een berichtje plaatsen over het leven in mijn desa, hoewel, zoals gezegd, het leven op een laag pitje door gaat. Het meeste nieuws in mijn desa heeft toch te maken met corona.

De meeste mannen in mijn desa zijn actief als boer in de vele sawa’s rond mijn desa. Er zijn echter ook mannen, die elders werken, zoals op Bali, Surabaya en zelfs Kalimantan.
Sommige mannen in mijn desa hebben een werkplaats aan huis; dit kan zijn een reparatie-bedrijf voor motoren of een las-bedrijf.
Veel huizen hebben een toko’tje aan huis; deze toko’s worden gerund door vrouwen.
Op 150 meter van mijn huis is een van de desa-bewoners een paar jaar geleden een bedrijfje begonnen, waar betonnen kozijnen voor ramen en deuren worden gemaakt. Daar is veel vraag naar, omdat houten kozijnen alleen maar duurzaam zijn, als het goed (en dus duur) hout is. Die betonnen kozijnen gaan heel lang mee, en zijn betaalbaar.
Bij dat bedrijfje werken gewoonlijk 2 man, soms drie man, meer niet. Men heeft de beschikking over een klein vrachtwagentje.
Op bestelling wordt zand en cement gebracht om een beton van te maken. Het beton wordt in een soort mal gegoten, en na 2 dagen drogen is het kozijn gereed. Aan de kozijnen worden scharnieren aangebracht om later ramen en deuren eraan te kunnen bevestigen. Met het vrachtwagentje worden de kozijnen naar de plaats van bestemming gebracht.


 

Categorieën: Dorpsleven, cultuur en Adat | Tags: , , | 1 reactie

Werk bij de buren (30 nov. 2019)

Hier moet een “salon” verschijnen

Mijn buurvrouw is Oma, zij is ouder dan 90 jaar. Zij woont daar met een van haar kleinzonen, genaamd Opung. Een van haar dochters (de moeder van Opung) woont al jaren op Bali om daar te werken; zij leeft daar samen met haar dochter.

Al enkele weken ligt voor het huis van Oma een stapel stenen en een berg zand. Laatst vroeg ik aan Opung, wat hij van plan was te gaan bouwen. Wel, vertelde hij, zijn moeder wil weer terug naar de desa en een kleine salon beginnen.
Omdat er niet genoeg geld was om meteen alle materialen voor de bouw te kopen, zijn 2 maanden geleden de stenen gekocht en afgeleverd.  Een maand later is de berg zand gekocht.
Afgelopen zondag is Opung met een vriend begonnen met de bouw. Het zal wel enige tijd duren, voordat het gebouwtje klaar is, want er wordt alleen op zondag gewerkt. Vrij nemen van het werk betekent immers geen inkomsten.
Deze manier van bouwen komt veel voor. Eerst worden de materialen gekocht, en voor het huis neergelegd. Is er na verloop van tijd geld, dan komen tukangen om te bouwen; vaak ook worden kleinere gebouwtjes in “eigen beheer” gebouwd.
Vergunningen zijn niet nodig, evenals bouwplannen / tekeningen; er kan gewoon gebouwd worden.


 

Categorieën: Dorpsleven, cultuur en Adat | Tags: , | Een reactie plaatsen

Werkzaamheden aan mijn huis (27 july 2018)

1 mijn huis

Vandaag is men begonnen met het vernieuwen van het dak van mijn huis. Het hout- en lattenwerk van het dak was van bamboe en al behoorlijk aan het rotten. De afgelopen regenperiode hadden we erg veel last van (grote) lekkages.
We krijgen een heel nieuw dak. Ditmaal niet van bamboe, maar van een goede kwaliteit hout. De dakpannen kunnen opnieuw worden gebruikt.
2 Tukangen en 3 koeli’s zijn aan het werk. Het dagloon van een tukang is nu inmiddels rp 80.000; dat was 3 jaar geleden nog rp 60.000. De koeli krijgt rp 70.000 per dag.
De kans, dat het nu gaat regenen, is minimaal, dus de tukangen kunnen ongestoord werken.
Van tevoren heb ik met een van de tukangen een schatting gemaakt van de kosten.

Enige bemoeienis van de overheid is er niet. We kunnen bouwen, zoals we willen, zonder toestemming of wat dan ook.

1 mijn huis

15


 

Categorieën: Dorpsleven, cultuur en Adat | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Arbeid en inkomen in de desa (18 july 2017)

“Wie niet werkt, zal ook niet eten” is een bekende uitdrukking in Nederland. Nu gaat dat in Nederland niet op, want als iemand om welke reden dan ook niet kan werken, zijn er de overheidsvoorzieningen.
Werkenden in Nederland hebben recht op een loon, dat vaak via een CAO wordt vastgesteld. Verder menen zij recht te hebben op vakantiegeld, doorbetaling bij ziekte, pensioenopbouw en wat dies meer zij.
In de desa gaat dit helemaal niet op. Er zijn geen overheidsvoorzieningen voor mensen, die niet kunnen werken. De allerarmsten krijgen kunnen van overheidswege zo nu en dan wat geld ontvangen, of een paar kilo rijst, maar dit is lang niet voldoende om in leven te blijven.
Alleen ambtenaren in overheidsdienst hebben het beter, voor hen is er een ziektekostenregeling en een pensioen.
Een opleiding volgen, levert heel vaak niet een gewenste baan op. Er zijn academici, die als taxi-chauffeur werken of ander werk hebben. Vaak moet je je nog inkopen voor een nieuwe baan.
In mijn desa zijn de meesten werkzaam in de landbouw, in de vele sawah’s in mijn regio. Rijk wordt je er niet van. Sommigen hebben nog een bijbaantje voor wat extra geld. En vaak ook is er een toko of een warung aan huis, die door de vrouw des huizes wordt gerund.
Ik hoor de mensen in de desa nooit klagen; wat ik wel veel hoor, is dat het moeilijk is om in de regio werk te vinden.
Regelmatig hoor ik van jonge mannen, dat ze de desa voor een jaar of langer verlaten om in bv. Kalimantan te gaan werken. Veel (vooral jongere) vrouwen werken enige jaren als huishoudelijke hulp in Korea, Hongkong of Maleisie.
In mijn desa zijn dat er echter niet veel.
Waar men in Nederland zich wil ontplooien door een gewenste baan, scholing en opleidingen, ontbreekt dat hier.
Werk, dat iets oplevert, wordt met beide handen aangenomen.
De prijzen van alles in Indonesie stijgen; de prijs van electriciteit (ik berichtte het laatst al) gaat volgende maand met 30 % omhoog.
Waar ik in het geheel geen zicht op krijg, is hoeveel een gezin in de desa per maand te besteden heeft en wat  de kosten zijn. Hier wordt niet over gesproken. Er zijn ook geen statistieken, die dit bijhouden. De meesten in mijn desa hebben een maandinkomen van 2 – 3 miljoen rupiah, begrijp ik; dit is echter bepaald geen vetpot.
Toch maakt mijn desa geen armoedige indruk. Er worden daken van huizen vernieuwd, meubels gekocht, een schuurtje erbij gebouwd, een koe gekocht. Er is dus wel wat geld hiervoor. Zoals in veel landen, heeft bijna iedereen wel een “krediet” bij de bank. Een motor, noodzakelijk voor bijna elk gezin, wordt bijna altijd op krediet gekocht. De  rentes zijn erg hoog, maar een andere weg is er niet. Zolang als maar het maandelijkse bedrag voor het krediet wordt betaald, is er niets aan de hand. En zo gaat dat in de praktijk ook bijna altijd.
In mijn desa wordt sober geleefd, de mensen klagen niet.


 

Categorieën: Dorpsleven, cultuur en Adat | Tags: , , | 1 reactie

Werkgelegenheid (dec. 2015)

Een werkplaats voor motoren

Het grootste deel van de mensen in mijn desa, en de naburige desa’s, zijn werkzaam in de landbouw. Er is in het gehele district vrijwel geen industrie. Om de vele sawah’s met al hun verschillende gewassen, te verzorgen, zijn er voldoende arbeidskrachten beschikbaar.
Zeer veel huishoudens hebben nog een toko’tje aan huis voor wat extra bijverdiensten. Verder zijn er een aantal werkplaatsen, voor bv brommer-reparatie of het maken van meubels. Voor de jonge mannen is het haast onmogelijk, om werk in de desa te vinden. Velen gaan daarom naar bv Surabaya of Bali. Anderen gaan zelfs naar Kalimantan of Papua.
In Surabaya gaat men vooral werken in fabrieken, op Bali wordt gewerkt als warung-houder, wegwerker of  bouwvakker.
Op Bali is men doorgaans in de “kos”, zoals dat heet; doorgaans kleine kamertjes, met gemeenschappelijke wasruimten en keuken. Vaak heeft de werkgever contact met een “kos”-huis; de kosten van de “kos” worden ingehouden op het loon. Er blijft voor de werker dan zo’n 20-30.000 rupiah per dag over; als de werker inderdaad uitbetaald krijgt. Regelmatig gebeurt het, dat de “werkgever” geen geld heeft en dan heeft men voor niets gewerkt.
Wie in fabrieken werkt, krijgt zijn salaris maandelijks op de rekening gestort.

De mensen in de desa hebben veel “vrije tijd”. Je zou zeggen, begin een eigen bedrijfje in de desa. Maar dit gaat niet op. Er is van alles voldoende in de desa, daarbij zijn de mensen erg spaarzaam. De kans, dat een eigen bedrijfje gaat lopen, is minimaal, ik heb het al meermalen gezien hier. En iets nieuws introduceren, zal evenmin lukken. Ook hier op Java is het nederlandse spreekwoord van toepassing: “wat de boer niet kent…”

Voor wie ver weg werk heeft, is regelmatig naar huis gaan (naar de desa) er niet bij. Vaak blijven de werkers vele maanden weg; vrouw en kinderen gaan dan de ouders van de vrouw.
Echter, tijdens het Suikerfeest (einde van de vastenmaand “Ramadan”)  gaat men massaal naar huis (“mudik”, “pulang kampung”). Op vooral Java zijn dan miljoenen mensen onderweg, bussen, treinen en vliegtuigen zijn allemaal volgeboekt. Men blijft minstens een week in de desa. Op de wegen is het dan buitengewoon druk.

Een toko bij huis


 

 

Categorieën: Dorpsleven, cultuur en Adat | Tags: , , , | Een reactie plaatsen

Blog op WordPress.com.