Het is volop “musim kemarau” (droge en koude seizoen). De temperaturen overdag zijn 27-30 C. In de avond, na 17.00 uur, wordt het echt zeer fris (25 C), en in de vroege ochtend is het gewoon erg koud; bij mijn voordeur op het terras 21 C, maar op de open vlakte (sawah’s) is het nog veel kouder.
Na het avondgebed om 18.00 uur lijkt de desa bijna uitgestorven, slechts zo nu en dan een brommer; verder is het erg stil. Ieder is thuis vanwege de kou.
Door deze kou hebben veel mensen lichamelijke klachten, vooral diaree, de meesten in mijn buurtje hebben diaree. Ik zelf ben gisterenochtend om 08.00 uur op de brommer naar de minimarkt geweest, 6 km. verderop, zonder jasje, alleen met overhemd met korte mouwen; het was erg koud onderweg en ik had kippevel op de motor. Ik moet dit nu bezuren, ben niet erg lekker. Wie buiten voor het huis wil zitten, heeft vaak een deken om zich heen. Als ik morgenochtend weer naar de minimarkt ga, doe ik in elk geval een warm jasje aan, en een wollen muts op. En dat in de tropen !
De maaltijd van vandaag was aan de luxere kant dan gewoonlijk. Dat kwam, omdat er garnalen waren gekocht, bij een verkoper, die langs het huis kwam. Garnalen worden graag, maar erg weinig gegeten, omdat ze in verhouding duur zijn.
De maaltijd van vandaag bestond uit:
– witte rijst met hele kleine stukjes mais (nasi jagung), vandaar dat de rijst wat geel is,
– gekookte garnalen met stukjes tempe en schijfjes ketimun (soort kleine komkommer) en tomaat
– kroepoek.
Vlees komt lang niet elke dag op tafel. Een kilo kip op de markt (niet gefileerd) kost tussen de rp 25.000 en rp 40.000 per kilo. De prijzen schommelen erg; dat geldt voor bijna alle produkten op de markt.
In plaats van vlees, komt wel vaak vis op tafel; bijna altijd kleine tongkol (soort makreel), gebakken of gefrituurd. Deze tongkol is goedkoop. De groenteboer (per fiets met de verkoopwaar achterop) heeft bijna altijd wel tongkol.
Tongkol in kleine bamboe-bakjes te koop bij de groentenboe
Een veel voorkomend soort ongeval: motor onder een auto
In de meeste reisgidsen wordt gewaarschuwd voor het zelf rijden met een motor of een auto in Indonesie. Geheel terecht.
Bij een ongeluk heeft U als buitenlander een groot probleem, ook al is het ongeval helemaal niet aan U te wijten. Afhankelijk van de ernst van het ongeval, het gaat U in ieder geval geld kosten. De meeste indonesiers hebben geen verzekering.
Verreweg de meeste ongevallen vinden plaats met motoren; daarbij valt ongeveer 80 % van de dodelijke slachtoffers in het verkeer.
In nederland is er uitgebreide wetgeving en regelgeving voor weggebruikers. Er wordt streng toegezien op de handhaving van de verkeersregels. Het is absoluut zaak, je te houden aan de regels.
In Indonesie bestaat ook wetgeving en regelgeving voor weggebruikers. Echter, de dagelijkse gang van zaken in het verkeer loopt helemaal niet paralel met de regelgeving.
Het verkeer lijkt chaotisch, doch is minder chaotisch als je eenmaal gewend bent aan het verkeer van alle dag.
Het grootste probleem voor weggebruikers in indonesie is, dat je nergens op kunt anticiperen: wie heeft voorrang ? – is er niet, hij moet mij toch voorrang geven – is er niet, opletten als je vanaf een zijweg de grote weg oprijdt – is er niet, inhaalverboden werken niet etc.
Je moet constant op je hoede zijn en werkelijk met alles rekening houden. Er kan plots een motor op jouw weghelft jou tegemoetkomen, zonder vaart te verminderen rijdt men de grote weg op en zo meer. Er is voor de weggebruiker, die te maken heeft met een ongeluk, geen excuus: hij zag mij toch? Of: hij reed veel te hard.
Over het algemeen rijden de auto’s voorzichtig. Het gevaar op de weg zijn vooral de zeer hard rijdende bussen en de vele motoren, die zigzaggend tussen de auto’s en (zeer) snel rijden.
De laatste jaren rijd ik geen auto meer, en gebruik ik de motor voor de regio. Het risico, dat er iets gebeurt, is mij te groot, onder meer vanwege alle toestanden, die een ongeluk met zich mee brengt.
Maar ik schrik tegenwoordig nergens meer van, alle onverwachte gebeurtenissen op de weg heb ik inmiddels meegemaakt en ben erop voorbereid als ik met de motor op stap ga.
Bij ongelukken met alleen blikschade of lichtgewonden, wordt de politie meestal niet ingeschakeld.
Bij ernstige ongelukken met (dodelijke) slachtoffers komt de politie wel.
Het grootste gevaar op de weg zijn de vele motoren, die zich aan geen enkele regel houden en die volstrekt onberekenbaar rijden.
Een paar verkeersregels:
* voor een rood stoplicht stoppen de meesten; het rode licht is echter geen garantie, dat er niemand door rood rijdt.
* in Indonesie rijdt men links; dat doen de meesten, maar ook hier kan het anders lopen.
* er zijn regels voor inhalen, maar dat is slechts theorie.
* er zijn regels voor voorrang, maar daar houdt niemand zich aan.
* maximum snelheid: er zijn borden, die een max. snelheid aangeven, maar ook dit is theorie.
* voldoende afstand bewaren gebeurt niet, er wordt veel “gekleefd”.
Het grootste gevaar op de weg zijn, zoals gezegd,de vele motoren, die zich aan geen enkele regel houden en die volstrekt onberekenbaar rijden. Bij 80 % van de verkeersongevallen zijn motoren betrokken.
Terwijl nederland zich opmaakt voor een hete week, slaat in mijn regio de kou toe; vanmorgen om 05.30 uur was het op mijn terras 22 C. Voor hier is dat gewoon erg koud. Op de sawah’s zal het nog veel kouder zijn.
In Malang en Yogyakarta is het kouder dan normaal, vooral in de vroege ochtend en de avonden. In Malang is 15,6 C gemeten en in Yogyakarta 18 C (normaal voor deze tijd is 20-21 C).
Als ik ’s avonds op de brommer naar de Alfamaret-supermarkt wil, is een jasje zeker niet overdreven.
De koudste tijd van het droge seizoen moet nog komen, dat zal eind july/eerste helft augustus zijn.
Merkwaardig, hoe de temperatuursbeleving verschilt: in nederland is 22 C in de ochtend buitengewoon aangenaam, ramen en deuren kunnen open, koffie in de tuin of terras.
Hier is 22 C gewoon koud; mensen gebruiken handschoenen, jasjes en wollen mutsen. Als ik bij deze temperatuur op mijn terras kofie drink in de vroege ochtend, heb ik kippevel.
Het nakomen van afspraken in Nederland is buitengewoon belangrijk. Het niet nakomen van afspraken kan ernstige consequenties hebben, zoals verlies van vriendschap, boetes of andere sancties. Komt men een afspraak niet na, dan valt er veel uit te leggen; het aanbieden van excuses is op zijn plaats.
In Indonesie gaat het er anders aan toe. Afspraken zijn hier een voornemen. Er worden afspraken gemaakt, maar of deze worden nagekomen, staat niet vast. Er kan immers van alles gebeuren tussen het maken van de afspraak en de afspraak zelf: er kan onverwacht bezoek komen, iemand in de buurt is overleden, men is de afspraak gewoon vergeten (“lupa”). Het niet nakomen van een afspraak, omdat men die is vergeten, is niet verwijtbaar, het kan iedereen overkomen.
Met instanties (zoals een bank, gemeentehuis, ziekenhuis) worden ook afspraken gemaakt; maar ook in deze gevallen kan het zijn, dat men vaak (erg) lang moet wachten totdat men aan de beurt is.
Bij 2 ziekenhuizen in Jember (bij andere ziekenhuizen weet ik het niet) kan men sinds enige tijd tijd afspraken maken via een app (Jember Klinik) of via Whatsapp (Kaliwates). Een grote verbetering, aangezien men vroeger vaak uren moest wachten, totdat men aan de beurt was.
Bij vele instanties kan men terecht zonder afspraken; wel is het nu vrijwel algemeen, dat men een nummer moet trekken voor wanneer men aan de beurt is. Is het getrokken nummer nog lang niet aan de beurt, dan kan men even elders bv. een boodschap doen.
Wachten, soms urenlang, kunnen de indonesiers als de besten. Nimmer hoort men geklaag of gemopper. Men zit de tijd rustig uit, al dan niet met een slaapje in de stoel. Steeds is vlakbij (soms zelfs in het gebouw waar men moet wachten) een warung, waar men terecht kan voor drinken en wat snacks. De meeste wachtenden zijn druk met hun mobiel, vooral met Facebook en Whatsapp.
Een slaapje doen kunnen de indonesiers ook als de besten; in een stoel, in een becak, op een plank bij een warung, op de grond op plastic.
Het respect voor hogergeplaatsten (dat is onder meer een ambtenaar) is groot in Indonesie. Vooral bij mensen uit de desa zal het niet opkomen, om hun beklag te doen of om met stemverheffing te spreken tegen hogergeplaatsten als de zaken niet lopen, zoals ze zouden moeten lopen. Ook beklag doen bij zeer lang wachten is er niet bij.
Aldus kunnen de hogergeplaatsten rustig verder “werken”, zij hebben van de “gewone mensen” niets te vrezen. Voor mij is dit vaak een doorn in het oog, alleen past het mij niet, om zonodig op te treden; dit moet echt van de indonesiers komen.
De vaak zeer trage en ongeinteresseerde ambtenarij is ook bv. de burgemeester van Surabaya, mevr.Tri Rismaharini, een doorn in het oog. Van haar is bekend, dat zij regelmatig de burelen van ambtenaren controleert en daarbij in grote woede kan ontsteken, als zij vindt, dat men daar niet adequaat werkt; woede-uitbarstingen van haar zijn te zien op verschillende Y-tube filmpjes. Overigens is deze burgemeester zeer populair bij de mensen in Surabaya. Er zijn meer voorbeelden van burgemeesters en bupati’s (districts-bestuurders), waaronder nogal wat vrouwen, die zeer kwaad kunnen worden en drastisch optreden.
Als men deze vrouwelijke burgemeesters en bupati’s ziet optreden, dan is wel duidelijk, dat een vrouw met hoofddoek hier geen tweede-rangs burger is, zoals velen in nederland stellen. De meestal mannelijke ambtenaren, tegen wie zij tekeer gaat, staan er beteuterd bij.
In nederland mag de arbeids-moraal dan hoger zijn dan indonesie, ik zelf heb echter de nodige ontmoedigende ervaringen met de nederlandse ambtenarij; het gaat dan ook onder meer om afspraken niet nakomen: 7 x bellen met nederland, omdat men steeds “vergeet” een bevestiging te sturen, 3 verschillende antwoorden van 3 medewerkers op een vraag mijnerzijds, medewerkers die beloven terug te bellen hetgeen niet gebeurt etc.
Ondanks alle ergernis (bij mij althans) omtrent lange wachttijden in Indonesie, maakt de vriendelijkheid van de vele wachtenden veel goed; een paatje hier, een snackje daar.
Video: Een zeer boze Tri Rismaharini, burgemeester van Surabaya
Vandaag hadden we achter ons huis in de schuur 15 verse eenden-eieren. Besloten werd, om er “telor asin” van te maken, een bekend ei-gerecht. Er bestaan ook recepten om het op een nederlandse manier te doen, maar hier geef ik weer, hoe het in de desa gaat. Deze zoute eieren kunnen vaak ook op de markt worden gekocht.
Een rode baksteen wordt fijn gewreven tot poeder. De poeder gaat in een emmer.
———————-
1 kilo zee zout mengen met de poeder
————————–
Wat water erbij, zodat er een brij ontstaat
————————-
De eieren in een bak doen, en bedekken met de brij
————————
De bak met de eieren 2 weken wegzetten, daarna kunnen ze worden gekookt en gegeten.
Het strooien van kunstmest op de sawah’s, heel vaak nog met de hand.
Inmiddels is het droge seizoen aangebroken. Het droge seizoen is tevens het “koude” seizoen; de temperaturen rond het middaguur zijn 29-31 C; de ochtenden zijn erg fris met 23-24 C. De avonden zijn zeer aangenaam met 26-27 C. Zo nu en dan kan er wat regen vallen, maar dat is dan van korte duur. Overdag komen wolkenvelden voor.
De sawah’s staan er prachtig bij. De rijstplantjes zijn nu enkele weken oud en hebben al een redelijk formaat. De boeren hebben niet al te veel te doen. Wel wordt elke dag door de sawah’s “gepatrouilleerd” om te kijken hoe de zaak ervoor staat (zijn er ziektes, muizen, een dijkje verstevigen).
Lebaran begint aan zijn einde te komen. Tot en met vandaag (zondag) was het erg druk op de weg; ieder op bezoek bij een ander. Maar vanaf morgen zal het gewone leven langzamerhand weer op gang komen. Gewoonlijk staan voor Lebaran 2 vrije dagen; maar de president heeft de Lebaran-vakantie verlengd tot en met vandaag.
In mijn desa begint het normale leven ook weer langzaam op gang te komen. De afgelopen dagen waren veel warungen en winkels gesloten, evenals vele werkplaatsen. De markt was wel open, maar met beperkt aanbod.
De thuisreis van de vele Lebaran-gangers zal, net zoals de heenreis, veel beter verlopen dan de afgelopen jaren, vanwege de vele 4-baans snelwegen, die in gebruik genomen zijn. Jawa stond op zijn kop, maar wordt langzamerhand weer normaal.
Op Java waren de afgelopen week 15-20 miljoen mensen onderweg naar hun thuis-desa, om daar Lebaran te vieren met familie. Tot dit jaar waren er steeds zeer veel ongelukken, en dodelijke slachtoffers in het verkeer. Het Lebaran-verkeer was vaak dramatisch.
Dit jaar zijn veel 4-baans snelwegen in gebruik genomen; alle grote steden op Java zijn nu met elkaar verbonden door 4-baans snelwegen.
Door het in gebruik nemen van deze 4-baans wegen is het “Lebaran-verkeer” buitengewoon goed verlopen; het aantal ongevallen is met 80 % gedaald vergeleken met de afgelopen jaren. Ook het aantal dodelijke slachtoffers is fors gedaald. Het aantal files op de weg was minimaal.
Het aantal binnenlandse vluchten is fors gedaald, vanwege de hoge prijzen van de vluchten. De regering is bezig om de prijzen voor binnenlandse vluchten omlaag te krijgen.
Maar het zeer goed verlopen Lebaran-verkeer is spectaculair.
Het is jammer, dat in Nederland geen aandacht is voor wat er in Indonesie momenteel gaande is: nationale ziektekosten-verzekering voor iedereen, aanleg spoorwegnet op Sulawesi, aanleg tientallen airports in heel Indonesie, aanleg Trans-Sumatera snelweg (2500 km.), kosten onderwijs drastisch omlaag voor ouders met kinderen etc. etc.
Nederland is slechts geinteresseerd in de vraag, of het aantal hoofddoekjes al dan niet afneemt; een buitengewoon dankbaar onderwerp om over te schrijven: de schrijver krijgt aandacht, komt in praatprogramma’s, en sociale media etc. Bijna alles, wat deze would-be desdundigen schrijven over Indonesie, is volslagen onzin en dient slechts 1 doel: in de aandacht komen van de media voor een goede carriere. Deze schrijvers zijn ook in het geheel niet geinteresseerd in Indonesie, ze zijn alleen geinteresseerd in veel aandacht krijgen en dat lukt velen goed met het schrijven van onzin.
Gelukkig is nederland voor Indonesie slechts een zandkorrel; onder meer China, Japan en Korea zijn de partners van Indonesie, waar het gaat om het bouwen aan de toekomst van Indonesie. Indonesie heeft nederland helemaal niet nodig. Zo liggen de feiten.
Het is nu dinsdagavond hier, 20.30 uur. Zojuist passeerde een kleine, doch zeer luidruchtige stoet met luidsprekers op een truck, mijn huis. Uit de luidsprekers klonken religieuze liederen en recitaties. Lebaran is begonnen. Om 18.00 uur was er het avondgebed (maghrib) in de kleine moskee achter mijn huis en daarna zijn de feestelijkheden voor Lebaran dus begonnen. Het is een drukte van belang in de desa. De drukte zal ongeveer 2 weken duren, daarna zal de rust weer terugkeren.
De traditionele Takbir vindt morgen ook in de desa plaats
De grootste drukte op Java is inmiddels achter de rug. De meeste mensen zullen gearriveeerd zijn op hun plek.
Ondertussen hebben overheidsinstanties, waaronder de politie, bekend gemaakt, dat het “Lebaran-verkeer” zeer goed is verlopen dit jaar. Er waren veel minder files; de in gebruikstelling van de 4-baans snelweg Jakarta-Surabaya met de vele aftakkingen naar andere grote steden (zoals Malang, Surakarta, Semarang en meer, ook 4-baans wegen) hebben het Lebaran-verkeer goed doen verlopen. Een ander gevolg van de in gebruikname van de snelwegen is een drastische vermindering van binnenlandse vluchten op Java. Mensen geven de voorkeur aan vervoer per auto.
Morgen (dinsdag) is het de laatste dag van de Ramadan. Het wordt overal een zeer drukke dag; de laatste boodschappen moeten gedaan worden, in en om huis moet het netjes zijn. Zelf ga ik morgenochtend naar de markt in Semboro voor wat lekkere aankopen en daarna maak ook ik het huis aan kant.
Na het avondgebed rond 18.00 uur (Maghrib) zullen de mensen de straat op gaan; er zal vuurwerk worden afgestoken, en er vinden rondgangen plaats met fakkels (Takbir). Woensdagochtend rond 06.00 uur naar de moskee, en dan is het helemaal Lebaran.
Dit weekeinde zijn zo’n 15 miljoen mensen op Java onderweg naar hun geboorteplaats om woensdag het Suikerfeest te vieren bij familie.
Hierbij wat korte video-beelden van de enorme drukte op de wegen.