De kamar tamu
Een gast (of gasten), die op bezoek komt, begroet zijn gastheer met “Assalamu Aleikum” en de gastheer antwoordt met “Waleikum salaam”. Men geeft elkaar de hand. Vervolgens, na de schoenen / slippers uitgedaan te hebben, gaat men naar de “kamar tamu” – de kamer voor de gasten, doorgaans meteen achter de voordeur. Het uitdoen van de schoenen is een must, want anders onbeleefd. Achter de kamar tamu is de “kamar keluarga”, de kamer voor de familie, maar daar ontvangt men geen gasten. In de kamar tamu is geen TV, die staat in de kamar keluarga.
In de kamar tamu bevinden zich een bankstel, 2 of 3 gemakkelijke stoelen en een laag tafeltje. Men neemt plaats en de conversatie kan beginnen.
Men lette er duidelijk op, geen onderwerpen aan te roeren, die verlegenheid kunnen veroorzaken, zoals politiek, problemen, meningsverschillen en zo. De sfeer moet prettig en ontspannen zijn. Dit is uiterst belangrijk.
De gasten wordt koffie of thee aangeboden, met wat versnaperingen. Een bezoek duurt niet urenlang, na een uurtje maken de gasten zich vaak al op om te vertrekken.
Gasten kunnen ook mee-eten. Tijdens het eten zit men het liefst op de grond en men eet nadrukkelijk met de rechterhand. Zij, die linkshandig zijn, moeten zich maar vermannen, het eten met de onreine linkerhand is grof.
In Nederland wordt tijdens een bezoek gediscussieerd, en van gedachten gewisseld; er kan over het werk worden gesproken, en eventuele problemen, zoals maatschappelijke problemen of politieke onderwerpen kunnen aan bod komen en meer. Op Java dus in het geheel niet. Een ander hoeft niet te weten waar het “ego” eventueel mee zit, of wat er voor problemen zijn. Dit is taboe.
Waar in Nederland “ego’s” bij elkaar zitten, zitten op Java mensen bijeen, die een prettige en harmonieuze sfeer willen, zonder problemen of moeilijk gepraat.