
De nieuwe toko
Toen ik een jaar of 4 geleden in de desa kwam wonen, hadden de buren een kleine warung bij huis, gemaakt van bamboe. Een jaar later is die bamboe-warung vervangen door een kleine stenen toko. En een maand geleden is men begonnen met de bouw van een grotere toko. Vorige week is die nieuwe toko geopend. Een stuk groter, dan het kleine stenen tokootje, en het assortiment is ook uitgebreid.
Het is mij het afgelopen jaar opgevallen, dat veel huizen in mijn desa gerenoveerd worden. Op veel plaatsen ligt voor een huis een hoop zand, en een grote stapel stenen. Pas als alles is gekocht (behalve zand en stenen ook hout, kozijnen en zo), en dat kan wel meer dan een jaar duren, wordt met de renovatie begonnen. Is halverwege de renovatie het geld op, dan wordt weer enige maanden (of nog langer) gespaard, voordat men verder gaat.
4 Jaar geleden verdiende een tukang rp 50.000 per dag, nu is dat rp 70.000. De koelie verdient nu rp 55.000 per dag.
De bouw/renovatieactiviteiten duiden erop, dat kennelijk geld beschikbaar is. Ook voor mobieltjes is geld beschikbaar, bijna iedereen (behalve vele ouderen) heeft een mobieltje; veel jongeren hebben zelfs een “luxe” mobiel, met internet etc.
Zoals bijna overal in Z-O Azie wordt hier heel veel betaald met krediet van de bank. De rentes zijn buitengewoon. Wil ik rp 100 miljoen lenen, dan betaal ik meer dan rp 130 miljoen terug, binnen 3-4 jaar.
De meeste motoren worden ook gekocht op krediet.
Echter, zomaar geld lenen van de bank kan niet. Er moet pand gegeven worden; dat kan zijn het eigendomsbewijs van een stuk sawah, of de motor zelf (die bij niet-betalen wordt opgehaald), of de grond, waar het huis op staat.
Voor zover ik het meekrijg, is geld hier niet bepaald een onderwerp van gesprek. Waarschijnlijk wil men niet “malu” (verlegen) worden, als anderen weten hoe je er financieel voor staat.
De oude toko

