Het aantal bedelaars in mijn regio is zeer beperkt. Een enkele keer klopt een ouder persoon bij mijn huis aan voor wat geld. Bij stoplichten zie ik ook wel eens een bedelaar. Lopend door de stad Jember kom ik geen bedelaars tegen.
Een enkele keer komen mensen aan mijn huis met een donatie-lijst, waarop ik een gegeven bedrag kan invullen.
De vraag is, of je bedelaars geld moet geven. Er zijn verslagen van journalisten, verkleed als bedelaar, die per dag veel geld ophaalden; het gaat dan om bedragen van 5-15 miljoen rupiah, veel meer dan een gemiddeld maandinkomen.
Bij oudere personen, die mij thuis om geld vragen of die met een donatie-lijst langs komen, is het helemaal de vraag, of zij wel “echte” bedelaars zijn. Ik geef dan ook geen geld, mede op advies van de desa-bewoners. Degenen, die bij mijn huis langskomen, komen niet uit mijn desa, niemand kent ze. Ik kan dus ook niet natrekken, wie het zijn en of zij wel echt behoeftig zijn.
Ook bij mensen, die gehandicapt lijken en met een bakje op de stoep zitten en om geld vragen, is het niet zeker, dat het om “echte” bedelaars gaat. Er zijn video-opnames te zien van “ontmaskering” van gehandicapten: aan het eind van de dag wandelen ze weer rustig naar huis.
Ik vind het niet prettig om arm uitziende mensen, die bij mij om geld vragen, weg te sturen zonder iets te geven; maar ik ken de mensen niet, en weet niet waar ze aan toe zijn. Toen ik net in mijn desa woonde, heb ik wel eens geld gegeven, met als resultaat, dat ze wekelijks, en soms al na een paar dagen, weer langs kwamen.
Als ik van de desa-bewoners te horen krijg, dat iemand in mijn desa werkeljk behoeftig is, dan kan die persoon volledig rekenen op mijn steun.
Dat er behoeftige en arme mensen zijn, is een gegeven. Dat zij geholpen moeten worden is duidelijk.
Ik vind het een lastig onderwerp.