Opstelling van een javaanse gamelan
De Gamelan is een wezenlijk onderdeel van de Javaanse en Balinese cultuur tot op vandaag. Het is kenmerkend voor Indonesische volksmuziek.
Op Bali hoort de Gamelan bij de vele tempel-ceremonies. Geen tempel-ceremonie zonder gamelan. Daarnaast worden met name voor de toeristen, dansen opgevoerd in ondermeer de Puri’s (paleizen) van de balinese koningen. Beroemd zijn de dansen in Ubud Palace. Vaak kan men ’s avonds bij tempels gamelan-orkesten zien en horen oefenen. Van jongsaf aan worden kinderen vertrouwd gemaakt met de gamelan. De meeste jongeren kunnen zonder meer terecht in een gamelan-orkest.
Op Java is de gamelan vooral verbonden met de vorsten-hoven op midden Java: Yogyakarta, Surakarta, Paku Alaman en Mangkunegaran. Doch ook door desa’s worden gamelan-orkesten uitgenodigd voor een optreden; evenals vaak bij officiele gelegenheden. Bij een Wayang Kulit hoort ook een gamelan. Op Java kom je de gamelan minder vaak tegen dan op Bali, hoewel ze niet minder populair is.
De orkesten zorgen vaak voor de muzikale begeleiding van dans-, theater- en met name wajangvoorstellingen.
De Balinese gamelanmuziek verschilt sterk van de Javaanse. De Balinese vorm kent schrille tonen en levendige ritmes, de Javaanse vorm daarentegen heeft langzame, afgemeten klanken.
De gamelan wordt als een van de hoogst ontwikkelde muzikale vormen ter wereld beschouwd (aldus deskundigen). Wanneer het eerste gamelanorkest is ontstaan, is niet duidelijk. Bronzen, koperen en ijzeren slaginstrumenten dateren al van de prehistorie.
Een gamelanorkest bestaat voornamelijk uit slaginstrumenten, zoals drums, kulintangs, gongs en xylofoons, maar ook bijvoorbeeld fluiten.
De instrumenten worden volgens een vast patroon geplaatst.
De gamelan hanteert een microtonale toonschaal, die afwijkt van de in het Westen gebruikelijke gelijkzwevende stemming en maakt gebruik van complexe ritmische structuren. Javaanse Gamelans gebruiken 2 “tuning systems”: slendro and pelog. Sléndro is een systeem met vijf noten aan het octaaf, gelijkmatig verdeeld, terwijl pelog zeven tonen heeft aan het octaaf, met ongelijke tussenpozen, gewoonlijk gespeeld in vijf noot subsets van de zeven-tone verzameling.
Ook de dansen, die begeleid worden door de gamelan, zijn op Bali en Java verschillend. Balinese dansen zijn doorgaans veel sneller en levendiger. Javaanse dansen veel trager. De dansen, die vertoond worden aan de Hoven van Yogyakarta en Surakarta zijn in de allerhoogste mate “halus”, in hoogste mate verfijnd en voldoen aan de allerhoogste standaards, die er zijn. Dit “halus” tref je in die zin niet aan bij de balinese dansen, deze zijn wat “volkser”.
In mijn laatste bericht vertelde ik over emotie en muziek. Op de video’s hieronder is duidelijk te zien, dat elke vorm van persoonlijke expressie ontbreekt bij de danseressen. Is er al iets, dat lijkt op een persoonlijke expressie, dan is dat voorgeschreven. De dansen beschrijven een verhaal, of deel van een verhaal en zijn geen uitdrukking van persoonlijke emoties. Hoe anders in het Westen !
.– Video Javaanse dans aan het Hof van de Susuhunan (Sultan) van Surakarta: link
De Sultan is te herkennen aan zijn paarse jasje, hoger zittend dan de anderen. Deze dans is in de allerhoogste mate “halus”, ten zeerste verfijnd, mede wegens de aanwezigheid van de Sultan.
– Video Balinese dans in Puri (Palace) Ubud: link
De dansen in Ubud Palace staan bekend om hun hoge niveau. Elke avond te zien hier en op andere plaatsen in Ubud en elders op Bali.
Opstelling van een balinese gamelan