Overal in Indonesie wordt afgedongen, op de markt, in winkels etc. De indonesiers onderling dingen ook af, maar omdat zij de prijzen kennen, is de winst bij het afdingen marginaal.
Vooral waar veel toeristen zijn, vragen de verkopers vaak enorme prijzen, zoals bv op Bali in de vele souveniersshops, en kledingzaken.
Veel toeristen vinden het moeilijk om af te dingen, men vindt het zielig. Maar niets wordt verkocht zonder enige winst. Het afdingen hoort erbij.
Het afdingen is een spel, een vrolijk spel. Het is absoluut “not done” om boos te worden, of met stemverheffing te spreken tijdens het afdingen. Het afdingen moet in een plezierige en ongedwongen sfeer verlopen.
Mocht de prijs U uiteindelijk niet aan staan, loop dan gewoon weg. Soms roept men U dan na, dat de prijs toch accoord is.
Met vooral de wat oudere ibu’s op de markt (markt-verkooopsters) heb ik altijd veel plezier bij het afdingen: gespeelde verontwaardiging, geen geld, hoe moet ik vanavond eten met zo’n prijs etc. Hilariteit alom.
Bij mij in de desa en omgeving kom je met afdingen niet ver. Iedereen kent de prijzen op de markt en elders. En dat geldt ook voor de prijzen van land, huizen etc. Dus voor afdingen is weinig ruimte.
In de supermarkten, en de meeste winkels gelden vaste prijzen.
Als ik op de markt in Tanggul voor rp. 10.000 bananen wil kopen, kan er misschien rp 500 vanaf, daar blijft het dan bij.