Weer opstappen na bezoek (3 april 2019)


Toen ik indertijd in de desa kwam wonen, deed zich geregeld het merkwaardige feit voor, dat bezoekers bij mij thuis op een gegeven ogenblik vroegen, of ik niet moe was en wilde rusten.
Welnu, ik was niet moe, en rusten wilde ik al helemaal niet. Ik vermoedde echter, dat deze vragen een bedoeling hadden, al wist ik nog niet welke. Dus ik beaamde, dat ik wilde rusten,  waarop de gasten zeiden, dat ze wilden vertrekken, zodat ik kon gaan rusten.
Veel later is mij duidelijk geworden, dat het niet beleefd is, als gasten zelf aangeven te willen vertrekken; ze zouden daarmee de indruk kunnen wekken, dat het bezoek niet prettig was; en ook maken zij zich belangrijker dan de gastheer. Als nu de gastheer wil gaan rusten, dan kunnen de gasten op een beleefde wijze vertrekken.
De vraag, of ik niet wil rusten, moet ik dus bevestigend beantwoorden, om de gasten de gelegenheid te geven op een beleefde manier te vertrekken.
In Nederland kun je rustig zeggen, dat het tijd is om op te stappen; niemand, die aan deze mededeling aanstoot neemt, hier kan dat dus niet.
In contacten met javanen is het belangrijk, om een ander niet “malu” (verlegen, beschaamd) te maken; ook is het van belang om het eigen “ego” slechts een bescheiden plaats te geven in gesprekken tijdens het bezoek, dwz. geen discussies, stellingnames of gemopper; en ook not-done is spreken met stemverheffing of luidruchtig lachen. De sfeer moet prettig zijn, zodat ieder met een goed gevoel weer naar huis kan. Goede omgangsvormen zijn zeer belangrijk.


 

Categorieën: Dorpsleven, cultuur en Adat | Tags: , | Een reactie plaatsen

Berichtnavigatie

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.