Elke ochtend, rond 8 uur, komt “Ibu Sayur” langs, de groentenboer. Zij heeft op haar motor een hele stellage bevestigd, waar de koopwaar zich bevindt; soms in zakjes, soms los.
Het is verbazend, wat er allemaal te koop is; een rit naar de pasar is niet meer nodig de dag van aankoop bij haar.
Ze verkoopt diverse soorten groenten, kruiden, visjes, eieren, mais, kleine snacks, cabe (kleine pepertjes), tomaten, komkommertjes, tahu, tempe, zout en peper (in mini-zakjes), kroepoek, aardappeltjes, zakjes voor bouillon en meer. Het aanbod is per dag anders, is afhankelijk wat er beschikbaar is. Alleen vlees is er niet te koop, daarvoor moet je naar de pasar.
Ik doe er vaak ook mijn boodschappen, als ik rp 6000 (plm. 40 euro-cent) uitgeef, is het veel.
Er rijden veel van deze Ibu sajurs rond in de desa, elk heeft zijn eigen route en klanten. Meestal komen ze aan het einde van de middag weer langs. Het zijn de vrouwen, die groentenboer zijn, mannen heb ik dit nog niet zien doen.