Uitroepen onafhankelijkheid door Soekarno
Op 17 augustus wordt elk jaar gevierd “Hari Kemerdekaan”, Bevrijdingsdag. Voor Indonesie begon de onafhankelijheid op 17 augustus 1945, toen Soekarno de onafhankelijkheid van Indonesie uitriep. Nederland heeft deze datum tot voor kort nooit erkend; immers van 1945-1949 waren er de “Politionele Acties”. Deze acties hadden niets met “politie” te maken, het was een complete oorlog te land en vanuit de lucht. Met als doel het herstellen van het nederlandse gezag in Indonesie, na de Tweede Wereldoorlog. Onder sterke internationale druk (Veiligheidsraad van de VN) heeft Nederland tenslotte de souvereiniteit overgedragen op 27 december 1949.
Een einde aan een mooie tijd voor de nederlanders: prachtige huizen, veel personeel, goed eten (rijsttafel bv.) en meer. De lokale bevolkingen hebben in het geheel niet een mooie tijd gehad, zij waren afhankelijk van de koloniale bezetter. Nederland had geen enkel oog voor de belangen van de lokale bevolking, Indonesie was uitsluitend een wingewest.
De nederlandse aanwezigheid in de indonesische archipel sinds de 16e eeuw kenmerkt zich door een aaneenschakeling van oorlogen, een verdeel-en-heers politiek ten opzichte van de vele koninkrijken in de archipel, ontbinding en/of verdeling van sultanaten en een meedogenloze economische uitbuiting van de volkeren in de archipel. De nederlandse aanwezigheid in de archipel had slechts 1 doel: zo veel mogelijk verdienen; als dat ten koste ging van de lokale bevolking in de archipel, was dat geen enkel probleem. Het belang van de lokale bevolking bestond niet.
Ik zal hieronder enkele historische feiten aanstippen, die kenmerkend zijn voor de nederlandse bezetting van de archipel door de eeuwen heen.
1) Het uitmoorden van de complete bevolking van Banda Neira (1621): De Bandanese volkerenmoord: 14.000 oorspronkelijke bewoners werden vermoord. Alleen om de nootmuskaathandel veilig te stellen.
– Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/VOC_op_de_Banda-eilanden#Bandanese_volkerenmoord
2) De “Puputans”op Bali (1908-1910). Van 1906-1908 zijn er nederlandse militaire expedities op Bali geweest, die hebben geleid tot het afslachten van duizenden leden van koninklijke families op Bali. Onder meer die van Denpasar, Tabanan en Badung.
– Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Perang_Poepoetan
3) Het cultuurstel (19e eeuw). Van 1830-1870 hanteerde de nederlandse overheid in Indonesie het Cultuurstelsel. Het cultuurstelsel hield in dat de inheemse bevolking bij wijze van pacht 20% van haar grond – als die daarvoor geschikt was – moest gebruiken voor gouvernementsproducten: producten voor de Europese markt. Gevolg: de inlandse bevolking leed onder armoede, verpaupering en hongersnood.
– Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Cultuurstelsel
4) De opspliting van het Sultanaat van Mataram. In 1755 werd het verdrag van Giyanti gesloten, waarbij het Sultanaat van Mataram opgesplitst werd in de Sultanaten Yogyakarta en Surakarta. Op deze wijze was middels verdeel-en-heers politiek het Sultanaat van Mataram geen bedreiging meer en waren de economische belangen van nederland veilig gesteld.
– Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Verdrag_van_Giyanti
5) Oorlogen op Kalimantan (Borneo). Tussen 1850 en 1900 zijn er verschillende militaire expedities / oorlogen geweest op Kalimantan. Het sultanaat Banjar is tijdens deze oorlogen opgeheven en de sultan verbannen.
6) De Aceh-oorlogen (Sumatra), 1873-1914. De Atjehoorlog was een koloniale oorlog die Nederland voerde met het aanvankelijk oogmerk om de zeevaart door Straat Malakka te beveiligen tegen zeeroverij uit Atjeh. Omdat de sultan en het overgrote deel der Atjehers weigerden zich aan de Nederlanders te onderwerpen werd het doel het eeuwenlang bestaande onafhankelijke sultanaat Atjeh net als de andere buitengewesten van Nederlands Indië onder Nederlands koloniaal gezag te brengen en te houden. In 1903 gaf de sultan zich over.
– Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Atjehoorlog
7) De ethische politiek van nederland in Indonesie, vanaf 1901.
Met de term ethische politiek wordt aangegeven de morele (of “ethische”) roeping die Nederland behoorde te voelen tegenover de bevolking in de koloniën.
De ethische politiek bleef steken op twee problemen. Ten eerste werd nooit voldoende budget toegewezen om de vastgestelde doelen te halen, zodat veel koloniale ambtenaren het geloof in het succes van de politiek verloren. Dit was vooral het geval tijdens de crisisjaren. Ten tweede zorgde de ethische politiek voor een toenemend zelfbewustzijn en daarmee het ontstaan van de Indonesische nationale beweging. Binnen de koloniale gemeenschap werd de politiek dan ook wel als een mislukking gezien die zich tegen de Nederlandse belangen richtte. Dat gebeurde uiteindelijk ook, doordat de ethische politiek een volledig Nederlands beleid was, dat geen rekening hield met het nationalisme en andere opkomende bewegingen onder de Indonesiërs zelf.
– Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Ethische_politiek
8) De politionele acties, 1945-1949. Het waren in feite geen politionele acties, het was een oorlog, die nederland voerde om het gezag over Indonesie te herstellen. Pas na grote internationale druk droeg nederland in 1949 de soevereiniteit over.
Het geweld door de nederlanders tijdens de onafhankelijkheidsoorlog blijkt volgens recent onderzoek grootschaliger en structureler, dan de nederlandse politici tot nu toe hebben willen geloven. Gedacht kan onder meer worden aan de vele moordpartijen op onder meer Celebes en het optreden van Westerling.
Daarom laat het nederlandse kabinet een groot onderzoek doen naar ,,structureel geweld” van Nederlandse militairen tijdens de politionele acties in Indonesië. Dit is besloten in 2016.
– Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Indonesische_Onafhankelijkheidsoorlog
9) Repatriering Molukkers naar Nederland
Buitengewoon triest is het verloop van de repatriering van de Molukkers, begin jaren 50 van de vorige eeuw. Molukkers weken af van de grote groep repatrianten; zij waren oud-KNIL militairen. Zij kozen er niet zelf voor naar Nederland te komen en gingen ervan uit, dat zij slechts tijdelijk in Nederland zouden zijn. In Nederland aangekomen kregen zij te horen dat zij niet langer in dienst van het leger waren. Zij werden opgevangen in voormalige concentratiekampen, zoals Vught en Westerbork, dat toen kamp Schattenberg heette. De Molukkers in Nederland zijn op een buitengewoon trieste wijze door de nederlandse overheid behandeld.