Morgen, 9 april, vinden er in Indonesie verkiezingen plaats voor provinciale en regionale besturen.
Deze verkiezingen leven niet echt bij de mensen in de desa. Er wordt amper over gesproken. Als je niet wilt stemmen, kun je je stem “verkopen” aan een partij; je krijgt dan ongeveer rp 15.000 ervoor terug. Voor de armsten toch een aardig bedragje.
Er is wel een voorlichtingsbijeenkomst in de desa geweest, waar de mensen een lijst kregen met alle partijen, die meedoen.
Aan plakkaten langs de weg met foto’s van kandidaten is geen gebrek; men staat er op zijn best op.
Verkiezingen lopen over het algemeen goed, naar ik heb begrepen uit de internationale pers. Dat de kandidaten de mooiste beloften doen, zien we ook in Nederland. Dat je echter als gekozen volksvertegenwoordiger maar 1 plicht hebt, nl. de samenleving te dienen en niet je portemonnaie of je familie, is iets, dat slechts bij enkele kandidaten leeft.
Aan de verkiezingen doen ongeveer 14 partijen mee.
De politieke partijen zijn niet, zoals in Nederland, in te delen in links-rechts of in progressief-conservatief. Het meest duidelijk is het verschil tussen islamistische en nationalistische partijen. Islamistisch zijn de PKB, PPP, PBB, PKJ en nationalistisch zijn de Golkar, PDI-P, PAN en de PD.
In july zijn er presidentsverkiezingen. De huidige president, Susilo Bambang Yudhoyono, is geen kandidaat.