Een dukun is een traditionele genezer; tevens hebben de meeste dukuns paranormale en sprituele gaven. Java stond vroeger bekend om de vele dukuns, die voor allerlei zaken en kwalen werden geraadpleegd.
De dukun is nauw verbonden met de Kejawen, de Javaanse religieuze traditie, bestaande uit een samensmelting van animistische, boeddhistische en islamitische, vooral soefi geloven en praktijken. Het is geworteld in de geschiedenis en het geloof van de Javaanse bevolking.
De kennis van de dukun wordt mondeling doorgegeven, maar specifieke gebruiken verschillen van gemeenschap tot gemeenschap. Men kan het vak van de dukun leren, maar de kennis kan ook worden geërfd. Dukuns, die hun kennis van hun ouder of grootouder hebben geërfd, worden hoger gewaardeerd dan iemand, die diende als de discipel van een andere dukun.
De primaire rol van de dukun is die van een genezer. Ze hebben kennis van kruiden, bezweringen (jampi), gezangen (mantra), dierlijke delen, levenloze voorwerpen, gebeden, offers, de keris of een combinatie van deze om te gebruiken voor hun werk als genezer. De kwalen, waarvoor men naar een dukun gaat, kunnen allerlei zijn; zij zijn zelfs in staat om botbreuken te behandelen. Het gebruik van magische voorwerpen (zoals een kris) hoort bij het werk van de dukun.
De dukun heeft verstand van “black magic”; hij kan bijv. door met een speld op een pop of een foto te prikken, iemand ziek maken of zelfs doden.
De dukun heeft paranormale en spirituele gaven. hij kan de toekomst voorspellen, advies geven hoe te handelen in een bepaalde situatie.
De dukun kan onzichtbare geesten zien en zo gemakkelijk met hen communiceren alsof de geest fysiek aanwezig is. Veel geesten worden verondersteld archaïsch Javaans of Sundanese te spreken en de dukun kan deze talen spreken, ondanks het feit, dat hij geen kennis van deze talen heeft.
De rol van de dukun als genezer is sterk teruggedrongen door de opkomst in alle desa’s van de Puskesmas, een soort veredelde huisartsenpost. Bij de Puskesmas kan men tegenwoordig gratis terecht, als men lid is van de BPJS, de indonesische ziektekostenverzekering.
Ook mogen de dukuns tegenwoordig een aantal medische handelingen niet meer verrichten, zoals de besnijdenis en de bevalling; dit moet gedaan worden door artsen.
Voor paranormale en spirituele zaken gaat men nog veel naar een dukun. Ikzelf had een paar jaar geleden een ontsteking aan mijn voet; mij werd het dringend advies gegeven om een dukun te bezoeken. Met de gedachte “baat het niet, het schaadt ook niet” ben ik naar de dukun gegaan, onder begeleiding van een aantal desa-bewoners. De dukun had een oud (en deels verroest) groot mes, waarmee hij, prevelend, met de scherpe kant over mijn voet en been tot de knie streek (pijnloos). Het mes zou bepaalde krachten hebben. Na 20 minuten was de behandeling voorbij.
De behandeling heeft geen effect bij mij gehad; en eerlijk gezegd stond ik ook niet open voor een dergelijke behandeling; ik vond het interessant om het mee te maken.
Veel javanen maken tegenwoordig nog gebruik van de dukun voor advies en toekomstvoorspelling.
Veel prominente en hoogopgeleide Indonesiërs, zelfs diegenen met een westerse graad van doctor en master, raadplegen nog steeds een dukun. Indonesiërs, waarvan bekend is dat ze een dukun raadplegen, zijn onder andere voormalig president Sukarno, voormalig president Soeharto, voormalig president Megawati Sukarnoputri, Sultan Hamengkubuwana IX en Sultan Hamengkubuwana X en nog veel meer.
In mijn desa hoor ik zelden praten over een dukun. Dat wil niet zeggen, dat de dukun er niet meer is; de dukun werkt op de achtergrond en treedt bijna niet in de openbaarheid.