Een paar jaar geleden werden 2 australische gevangenen vanuit de gevangenis in Denpasar / Bali overgevlogen naar Java om ze naar de gevangenis Nusa Kambangan te brengen voor hun executie; wegens drugssmokkel hadden ze de doodstraf gekregen.
In de pers gingen foto’s rond van de beide gevangenen in het vliegtuig, vergezeld door een aantal bewakers, die aan het (glim)lachen waren. Velen spraken schande van de lachende bewakers tijdens zo een dramatisch transport.
Deze verontwaarding is volstrekt onterecht en getuigt van volkomen onkunde omtrent het fenomeen glimlachen bij de oosterling, in dit geval indonesiers.
Zonder enige twijfel was dit transport ook voor de bewakers erg moeilijk en was het voor hen ook moeilijk een houding te vinden. In dit soort situaties gaat de indonesier glimlachen; en deze glimlach heeft niets te maken met plezier of anderszins pret, maar heeft alles te maken met, in dit geval, de uiterst moeilijke situatie, waarin zij zich bevonden.
Een (glim)lach van de westerse mens betekent vooral persoonlijke vreugde of pret. Een andere uitleg van de glimlach is er eigenlijk niet. De westerse mens lacht als hij zich goed voelt. De westerse mens gaat uit van zijn gevoelens en houdt daarbij in beginsel geen rekening met anderen.
Bij de oosterling, in dit geval de indonesier, ligt dit volkomen anders. Mensen uit oosterse landen zijn collectivistisch ingesteld, ze vinden vooral de omgeving en anderen erg belangrijk. Zorgen, dat iemand geen gezichtsverlies lijdt, is erg belangrijk voor de indonesier, evenals zorgen, dat de sfeer goed blijft.
Directheid is de indonesier vreemd, je zou iemand kunnen kwetsen bijvoorbeeld. Om op een vraag gewoon ja of nee te zeggen, is moeilijk voor hem, hij weet niet, hoe dat overkomt. Daarom glimlacht hij, verlegen als hij is met een direct antwoord en daarom antwoordt hij met “misschien” of “ik weet het niet”. Die glimlach heeft dus niets te maken met persoonlijke pret of plezier, maar geeft de ongemakkelijke situatie voor hem aan.
In allerlei situaties, waar de westerse mens een adequaat antwoord op voorraad heeft, gaat de oosterling glimlachen. Meer nog dan de thai, staan de indonesiers bekend om hun glimlach.
Het fundamentele verschil tussen de westerse en de oosterse cultuur wordt in de “glimlach” duidelijk.
De westerse mens is direct, gaat uit van zichzelf, zegt wat hij moet zeggen, waarbij rekening houden met een ander niet van geen belang is. Lachen is een persoonlijke emotie van het moment, anderen moeten het maar nemen.
De oosterse mens is sterk gericht op anderen: niemand kwetsen, zorgen, dat niemand gezichtsverlies lijdt, de sfeer steeds goed houden. Persoonlijke emoties zijn hieraan ondergeschikt. Glimlachen wordt gebruikt in tal van situaties, om onzekerheid te vermijden.
De indonesier geldt als de “glimlacher” bij uitstek, meer nog dan de Thai.
Voor de toerist in Indonesie zijn al die glimlachende mensen om hem heen een plezierige ervaring, hoewel soms wel eens lastig.
Voor wie echter, zoals ik, woont en leeft temidden van de javanen, is het een hele toer om de draai te vinden in het samenleven met de glimlachende javaan. Het duurt jaren, aleer je op een soepele wijze kunt meedraaien in al die vriendelijkheid en gevoel begint te krijgen voor het glimlachen.
Betekenissen van de glimlach:
- verlegenheid,
- bij een ongeluk op straat,
- met de situatie geen raad weten,
- groeten
- onzekerheid
- ongemak,
- schaamte,
- boosheid,
- verdriet,
- geen nee willen / kunnen zeggen,
- gewoon vriendelijkheid
- iets niet weten, verbergen,
- reactie op belediging en meer,
- omhoog zitten met een situatie,
- bij een afscheid,