De man op de foto hierboven verkoopt bakso. Het wagentje, dat hij gebruikt, heet een “kaki lima” – een vijf-voeter: 2 wielen, 2 benen en 1 stut (links). Na afloop van het zakendoen wordt de kaki lima naar huis geduwd. Deze kaki lima’s ziet men overal in Indonesie.
Tegenwoordig ziet men veel bakso verkopers zonder kaki lima, maar met een “keukentje” achter op de brommer. Deze verkopers zijn veel mobieler, en de bakso-verkoper kan makkelijk van plek veranderen, als er weinig animo is.
Bakso wordt in een kom opgediend. Het is bouillon, met 5-7 kleine vlees-balletjes, wat bihoen en kruiden. Soms ook is er een grote vleesbal. De vleesballetjes zijn van rundvlees of kip. Naar wens kan er sambal bij en ketjap. Het is een zeer populair gerecht. Het is een smakelijk gerecht voor de niet zo grote honger.
Iedere bakso-verkoper heeft zijn eigen recept, wel of geen beetje groenten, wel of geen kroepoek erbij en zo. Meestal staat op de kaki lima aangegeven, welk soort bakso hij verkoopt.
Een bakso kost ongever rp 7000.