Morgen is het maandag, en dan zal het openbare leven na Lebaran weer langzaam op gang komen.
In de desa zijn de winkels al een paar uur per dag open, en de markt werkt alweer op halve kracht.
Het blijft op de grote wegen nog steeds zeer druk. Maar ook op de kleinere zijwegen is nog veel verkeer.
In de desa blijft het een komen en gaan van mensen.
Velen zien elkaar slechts eenmaal per jaar, tijdens Lebaran. Dit, omdat veel mensen ver weg werken, zoals in Kalimantan, Sulawesi en het buitenland (onder meer Hongkong, Taiwan).
Ik schreef eerder al, dat de bezoeken, die worden afgelegd, kort zijn; een minuut of 10. Is de band wat nauwer, dan kan het langer duren. De goede sfeer en de beleefdheid staan voorop tijdens deze bezoeken.
De scholen blijven voorlopig nog dicht.
Gewoonlijk trekt op de avond voor Lebaran een grote stoet door de desa met fakkels en luide muziek. Dit jaar was het slechts een kleine stoet, met een enkele fakkel. Reden: het was nog te vroeg voor “panen” (het oogsten van de rijst), dus er was geen geld beschikbaar voor een grote tocht. Pas over een maand is er weer panen.
In augustus zijn er weer allerlei activiteiten in de desa; onder meer: wandeltochten, paalklimmen, touwtrekken, en het karnaval. Ik zal daarvan berichten.