Straat in mijn desa
De zomervakanties zijn inmiddels voorbij in nederland en, zoals toegezegd in mijn laatste blog-bericht, zal ik weer beginnen met het plaatsen van berichten.
Ik wil in mijn berichten vanaf nu meer aandacht besteden aan allerlei aspecten van de javaanse cultuur. Het leven in de desa is de afgelopen jaren uitgebreid aan de orde geweest; ik heb berichten geplaatst over huwelijken, overlijden, opvoeden van kinderen, festiviteiten en veel meer.
Het leven in de desa is erg statisch; het ene jaar lijkt op het andere jaar. De desa-bewoners zijn steeds hard bezig met het verdienen van geld voor hun huishouden, dat is hun voornaamste zorg. Entertainment in allerlei vormen, zoals in nederland, is hier onbekend.
Om nu niet steeds weer dezelfde soort berichten te plaatsen, zal ik, zoals gezegd, meer aandacht gaan besteden aan de javaanse cultuur; mijn desa is een javaanse desa, daar is men zich terdege bewust van.
De javaanse cultuur staat verder weg van het dagelijkse leven, dan op Bali. De enorm uitgebreide cultuur op Bali (tempel-festiviteiten, dansen, religieuze optochten en meer) is elke dag, in elke desa, wel te vinden; er wordt veel tijd en geld uitgegeven aan die cultuur.
Dit is anders op Java. Javaanse cultuur is vooral te vinden bij de paleizen (keratons) van de sultans, vooral op midden Java (Yogyakarta, Surakarta, Cirebon). Omgangsvormen en begroetingen bijvoorbeeld zijn afgeleid van de keratons van de sultans.
De javaanse cultuur dateert voor een groot deel uit de hindoeistische periode op Java (koninkrijk Majapahit – tot de 16e eeuw). Bij de komst van de Islam op Java is veel adel gevlucht naar Bali. De Balinese cultuur heeft derhalve voor een groot deel zijn wortels op Java.
Ik zal dus meer aandacht gaan besteden aan de javaanse cultuur, maar het wel en wee in de desa zal zeker aan bod blijven komen.
Ben benieuwd 🙂
LikeLike